porteerde suiker in ziedpannen gestort, verwarmd en gezuiverd. Wanneer dit klaarsel gaar werd bevonden, werd de suiker in de koelpan gegoten. Het vol gende stadium was het vullen van de suikerboordvormen waarbij het gaatje met een lapje werd dichtgestopt. Hierna werd de vorm in een strooppot geplaatst zo dat de siroop, de melasse, in deze potten kon wegvloeien. Om nu nog de reste rende stroop te verwijderen werd gebruik gemaakt van natte pijpaarde die op de suiker werd gelegd. Het water sijpelde door de suikerkristallen naar onder en nam aldus de bruine siroop mee zodat de broden mooi wit werden. Vervolgens liet men het geheel drogen en werden de suikerbroden uit de vorm gehaald, in blauw papier verpakt en op de markt gebracht. Of in het Zeeuwse ook aardewerken suikervormen vervaardigd werden is niet bekend. Van de verdronken stad Reimerswaal zijn op het depot voor bodem vondsten zowel aardewerken suikerbroodvormen als bijbehorende strooppotten aanwezig. Tussen het pottenbakkersafval van de 15e- tot 19e-eeuwse pottenbak kerijen van Bergen op Zoom zijn de vormen niet aangetroffen. Zierikzee - Flauwers II Tijdens de jaarlijkse vistocht van 'Kor en Bot' op 4 juli werd in de Oosterschelde voor Flauwers een speciaal type baksteen opgevist dat werd gebruikt bij de be kleding van zeedijken. Speurwerk door ROB-correspondent F. Beekman uit Zier ikzee leerde dat de rode baksteen met verspringend profiel en een formaat van 40 x 40 x 16 cm in het begin van de 19e eeuw in de handel werd gebracht door steenbakker Corman te Gendt bij Nijmegen. De 'Cormansteen' is geschonken aan het Waterschap Schouwen-Duiveland. 213

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 239