so doen de wonden der neergeslagene zelfs behoorlijk met de noodige instru menten examineren en nagaan'. Tevens werd hij belast met de gerechtelijke doodschouw. waarbij hij een verplichte registratie voerde van schouwcedulen. Hiermee hoopte het stadsbestuur verlost te zijn van de moeilijkheden die de stadsdoctoren maakten omtrent de doodschouwen. De lector werd geëerd met de titel van stadsdoctor en hem werd toegestaan 'manuale operatiën' te verrichten, waarmee hij een geduchte concurrent van de chirurgijns werd. Bovendien ont ving hij een riant basissalaris van honderd Zeeuwse rijksdaalders. Het anatomiemateriaal in het kleine Zierikzee zal zeker niet groot zijn geweest en zoals het vaak bij nieuwigheden gaat, waren veel chirurgijns-leerlingen wat argwanend over deze nieuwe ontwikkeling. Maar de werkkring was door de ge- isoleerde ligging van de stad voor een ambitieuze jongeman met grote medische aspiraties niet bepaald uitdagend. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat Rocquette al in juni 1769, twee jaar na zijn aanstelling, solliciteerde naar de vacante plaats voor het prelectoraat in de vroedkunde te Haarlem, een plaats die vrijgekomen was door het overlijden van Pieter Sannie. Dit prelectoraat werd daar nog uitgebreid met de vakken anatomie en chirurgie, terwijl hem ook het stadsvroedmeesterschap werd aangeboden. Bovendien was zijn salaris daar aan merkelijk hoger. Hij werd aangenomen en uit zijn ontslag 'cum elogio' van Zierikzee zouden we misschien de conclusie kunnen trekken dat hij zijn taak naar behoren heeft vervuld. Maar het blijft een vraag in hoeverre hij werkelijk invloed heeft gehad op de leerlingen en of hij hen voldoende heeft kunnen activeren. De boetes op het verzuim van zijn lessen waren laag en veel chirurgijns zullen hun leerlingen hard genoeg nodig hebben gehad, zodat zij die niet naar die nieuwlichterij van een anatomieles hebben gestuurd29. Tweede lector anatomiae Het stadsbestuur van Zierikzee was zeer voortvarend in het benoemen van een opvolger. Bovendien werden enkele oneffenheden gladgestreken die tot proble men met het chirurgijnsgilde aanleiding waren geweest. Bovendien wenste het gilde, strak geklemd in het geestelijke keurslijf van het gildeverband, dat de nieuwe lector hun eigen proef zou afleggen. Al op 14 september 1769 sollici teerde Gijsbert de Witt naar de positie van lector anatomiae in Zierikzee. Zijn brief maakte op het stadsbestuur een goede indruk. In zijn gecultiveerde, regel matige handschrift deelde hij mee zich in Frankrijk te hebben bekwaamd en 29. Rocquette trouwde op 11 januari 1770 in de Waalse kerk te Zierikzee met Anna Louise Buc- caille uit Leiden. Zij overleed 3 februari 1786 te Haarlem. Hij hertrouwde op 11 november 1787 met Elisabeth Hester Holtius en overleed 12 maart 1809. Rocquette heeft het in Haarlem overigens niet gemakkelijk gehad. In 1770 voerde hij een bevalling uit met behulp van instrumenten, waarschijnlijk door een cranioclast om de partus tot een einde te brengen. Moeder en kind stierven en er werd een gerechtelijke procedure tegen hem aangespannen. Geschrokken vroeg hij daarop ontslag uit zijn functie van vroedmeester. Later, in 1791 werd hij gevraagd als hoogleraar in de anatomie, chirurgie en vroedkunde aan de hogeschool in Harderwijk, als opvolger van de bekende Matthias van Geuns die naar Utrecht ging, maar na inmenging van het Haarlems stadsbestuur weigerde hij die aanstelling. Hij heeft zich buitengewoon verdienstelijk gemaakt voor Haarlem door zich in te zetten voor de koe pokinenting. Zie Van Eis, 'Jacobus Rocquette'. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1993 | | pagina 52