AANTEKENINGEN BIJ HET LEGAAT VAN DE OUDHEIDKUNDIGE J.A. HUBREGTSE J.A. Trimpe Burger Een bekende en voor de geschiedenis van Zeeland belangrijke verzameling op archeologisch gebied, in het bezit van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, is ongetwijfeld de 'collectie Hubregtse'. J.A. Hubregtse, in le ven onderwijzer te Burgh op Schouwen-Duiveland. heeft van 1911 tot zijn over lijden in 1940 vooral in de duinen en op het strand van Schouwen intensief ge zocht naar archeologische overblijfselen uit de prehistorie, de Romeinse tijd en de middeleeuwen. De collectie Hubregtse, bestaande uit talloze munten, sie raden, gebruiksvoorwerpen, aardewerkfragmenten en curiosa, is vooral wat de vroege middeleeuwen aangaat, van internationale betekenis. Bij het legaat Hu bregtse uit 1940 behoort een omvangrijk persoonlijk archief. Door de oorlogs omstandigheden in 1940-1945 kon de nalatenschap van Hubregtse eerst 8 augus tus 1946 per vrachtauto vanuit Renesse, waar de collectie op enige adressen veilig was ondergebracht, naar Middelburg worden vervoerd'. J.A. Hubregtse, leven en werken Johannes Adriaan Hubregtse werd 22 maart 1878 in Scherpenisse geboren en overleed woensdagavond 10 juli 1940 in het ziekenhuis van Noordgouwe op vrij jonge leeftijd; hij had zijn gezondheid te lang verwaarloosd en een dringende operatie werd uit angst steeds maar uitgesteld tot het te laat was. Hubregtse was onderwijzer aan de openbare school in Burgh. Het schooltje staat er nog en vormt hopelijk een blijvende herinnering aan de vroegere activiteiten van de vooral als oudheidkundige en streekkenner alom gewaardeerde onderwijsman. Hij woonde tot kort voor zijn overlijden in een dorpswoninkje te Burgh dat in de loop der jaren steeds meer op een pakhuis begon te lijken, volgestouwd met kas ten, boeken, stapels papieren en een paar honderd dozen en sigarenkistjes die al lerlei oudheidkundige vondsten bevatten2. Hubregtse had reeds vanaf zijn jeugd 1Op verzoek van de familie heeft in 1940 J.M. de Nooyer, hoofd van de openbare lagere school te Renesse en vriend van Hubregtse, de nalatenschap afgewikkeld. De verzamelingen van Hubregtse en bijbehorende documenten zijn gedurende de oorlog 1940-1945 en ook nog een jaar daarna, op wisse lende adressen ondergebracht, o.a. in een kluis en op de zolder van het gemeentehuis te Renesse. Door de goede zorgen van De Nooyer en de hulp van J. Hoogenboom is de collectie Hubregtse zon der verliezen of beschadigingen te hebben geleden, de moeilijke tijden in de oorlogsjaren doorgeko men. Bron: Rijksarchief in Zeeland (RAZ), Archief van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (AKZGW), correspondentie J. de Nooyer - P.J. van der Feen, 1940-1946, idem corre spondentie J.M. de Nooyer - A. Meerkamp van Embden, 13-7-1940; voorts jaarverslag Zeeuwsch Ge nootschap, AZG 1941-1942, XX. 2. De archeologische vondsten van Hubregtse worden zoveel mogelijk in hun originele verpakkin gen bewaard en zijn in grotere eenheden (standaarddozen) ondergebracht in het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten te Middelburg (PDB). De muntenverzameling en de metalen voorwerpjes zijn vanwege hun kwetsbaarheid opgeborgen in een veilig depot van het Zeeuws Museum of bevinden zich voor een deel in de expositie van de afdeling archeologie. 205

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1994 | | pagina 231