dat uw een beetje langer blijft. Uw bent nu niet dienstbaar en de veerkoslen zijn een. Als soms moeder Weiier ook plazier heeft, laat zij gastvrij mee komen. Ik zal zorgen dat hun betje klaar is. Die Anemie is zoo in haar shik, dat Oome Weijler komt. Zij zal versje opzeggen en mag bij Maatje slapen. Zeg nu 'beste Vriend Weijler". Met alle liefde zal ik uw beide ontvangen en kom tot mij als of ik uw dochter ben en dus tot zondagmiddag alf drie, dan hopen wij elkander te omhelsen. Nu lieve Maatje heb ik een klein verzoek, of uw wat Thoolshe balle tjes meede breng, want daar houden wij zoo veel van. Ik zal het wel met uw vin den als uw hier kom en als moeder spreek om naar dezen kant te komen, raadt het haar maar Glad af wan mijn man zou haar niet ten antwoordt staan en dat zou mij toch nog inderen. Hoort uw eens in de Grutlerij hoe het er is en stel het nu niet meer uit. Dus lieveook nog wat bewauw en Ga nu eindige de Groete te doen zoozielsverlangde[beschadigingen] Vaartwel, tot Zondag en doe alle Thoolenaars de Groete van mij Brief 48 [geschreven in een andere hand met leestekens en alinea's] Haarlem 20 sept 1871 Waarde Vriendin! Hartelijk wensch ik dat gij met de uwen in welstand zult ontvangen. Nog har telijker wensche ik dat ik dit ook van mij en de mijnen kon zeggen. Maar helaas! dat kan ik niet. De toestand van mijn man is sedert gisteren avond van dien aard, dat de doctor zeide dat, wanneer er iets bij kwam, de dood er het gevolg van zou zi jn. Gij kunt wel begrijpen dat wij diep bedroefd zijn. Wij hebben alles beproefd wat wij konden, maar niets mocht helpen. Voor mij is het eene treurige zaak. in het vooruitzicht te zijn mijn man in de bloei zijner jaren te verliezen. Ik schrijf U dit. omdat het u. wanneer het. zoo ik U nog iets droevigers moest melden, niet te veel zoude doen schrikken. Wilt ge zoo goed zijn. deze ook in de grutlerij te laten lezen. Ik ben Goddank gezond, moeder ook nogal, hoewel sukkelend. Mijn kleine jongen heeft de maze len gehad doch is nu even als de andere kinderen gezond. Nu lieve vriendin! Ik hope op beterschap, blijf ik na groete aan U en verdere bekenden. Uwe Vriendin P. v. d. Boom Indien gij gelegenheid hadt mij te kunnen bezoeken, zou zulks lol troost voor zijn. Brief 49 Haarlem den 23 October 71 Lieve Beste Vrindin Uw Zult zeker wel verlangen zijn naar onze treurige omstandigheden, daar uwe laaste brief niet heel gezontig was ontrent mijn man. Nu hij was op dat Oogeblik zeer zorgelijk, maar is toch weer wat opgekrabbeld. Altijd zoo hel best van den dag in kliertje op straat en voor de rest in huis en op bed. De doctor wist niet 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 100