Nuttige handwerken
In het Provinciaal Jaarverslag van 1881 wordt gemeld dat in de meeste gemeen
ten het vak nuttige handwerken, dat in 1878 verplicht was geworden, is inge
voerd. Omdat er gebrek was aan onderwijzeressen die in het bezit waren van de
akte k. werden voorlopig 'ongeëxamineerde personen' aangesteld om het vak te
onderwijzen. Dat viel niet altijd mee, maar de vrouwen deden hun best. Al gauw
bleek dal ouders en kinderen ingenomen waren met hel nieuwe schoolvak. Door
de schoolopzieners - allen mannen, zonder verstand van breien en naaien - werd
er verder weinig aandacht aan besteed. De eerste verslaggeving over het hand-
werkonderwijs die bij dit onderzoek werd aangetroffen, is afkomstig uit het dis
trict Goes en dateert uit 1907'De schoolopziener schrijft dat aan de meeste
scholen van zijn district het vak door één of meer klasseonderwijzeressen wordt
gegeven, maar dat hel hier en daar nog is toevertrouwd aan ongediplomeerden.
Hoewel er een paar scholen zijn die de beschikking hebben over een apart hand-
wer klokaal. naaien en breien de meisjes meestal in de gewone lokalen aan de ge
wone schoolbanken. 'In enkele scholen waar men het gebruik van de schoolbank
niet gewenscht acht en naaitafels ontbreken, ondervangt men het bezwaar door
de meisjes op de tafels te doen plaats nemen met de voeten rustende op de zit
banken. Hel gebruik van naailatten. naaikussens of naailinten komt veel voor;
ook ziel men vaak dat de meisjes het naaiwerk dat zij onder handen hebben, aan
den rok vasthechten.'
In het algemeen wordt al in het eerste leerjaar met de handwerklessen begon
nen. De schoolopziener deelt mee dat de onderwijzeressen vrij algemeen de in
1886 uitgekomen methode De vrouwelijke handwerken voor school en huis van
A. Teunisse en A.M. van der Velden volgen, terwijl de ongediplomeerden zich zo
goed mogelijk aan hel leerplan houden. In vele scholen treft men de bij het hand-
werkonderwijs behorende leermiddelen aan: het met rode lijnen geruite bord. de
"cartons' met vergrote brei- en stopwerken, de gekleurde wollen draden en de
lange houten brei- en haaknaalden. Ze worden echter lang niet altijd gebruikt:
'Er zijn scholen waar die zaken een ongestoorde rust genieten en zorgvuldig in
gepakt, jaar in jaar uit op dezelfde plaats te vinden zijn, niet zelden met een stof
laag bedekt.'
Wat leerden de meisjes in zes jaar? Bij het verlaten van de school konden de
meesten een kous en soms ook een borstrok en een mutsje breien. Ze konden een
zoom leggen, knopen aanzetten, knoopsgaten maken, een hemd, een zak. een
broek en een kussensloop naaien, een kous sloppen, eenvoudige linnen- en ke-
perstoppen uitvoeren, linnen en katoenen kleding verstellen, een mutsje en soms
ook enige kantjes en tussenzetsels haken en - met de gewone kruissteek - letters
en cijfers borduren. Kortom, met de meest voorkomende handwerkklusjes kon
den ze hun moeder behulpzaam zijn en later zouden ze, als zelfstandige huis
vrouw, hun man en kinderen kunnen 'heelhouden'.
Vrije en orde-oefeningen der gymnastiek
Het is duidelijk dat de wetgever begreep dat het onderwijs in de vrije en orde-
oeléningen, het vak j. niet op korte termijn te regelen viel: te weinig onderwij
zers waren in het bezit van de vereiste bevoegdheid en - wat wellicht nog erger
118