gevonden zouden moeten worden. Het is duidelijk dat de schoolopzieners ver
nieuwing van het taalonderwijs beogen.
Kennis der natuur
Ten aanzien van het onderwijs in de kennis der natuur is de schoolopziener van
het district Middelburg niet ontevreden. Hoe langer hoe meer worden de scholen
voorzien van het voor dit onderwijs noodzakelijke aanschouwingsmateriaal. He
laas zijn er nog verschillende scholen - hij noemt de rooms-katholieke meisjes
scholen - waar het vak stiefmoederlijk wordt behandeld. Om aan de eisen van de
wet te voldoen, is er op de rooster een enkel verloren uurtje voor uitgetrokken en
dit wordt dan besteed met de lectuur van een leer-leesboekje. In hel district Goes
blijken enkele onderwijzers zeer vernieuwend bezig te zijn. Zo is er in Katten-
dijke een schooltuintje aangelegd, wat in Tholen navolging zal vinden. Een paar
andere onderwijzers hebben schoolwandelingen georganiseerd en zelfs worden
er af en toe uitstapjes gemaakt, bijvoorbeeld naar het Vlissingse strand.
Tekenen
Over het tekenonderwijs heeft Jansen daarentegen niet veel goeds te vertellen.
Als de onderwijzer geen natuurlijke aanleg en liefde voor het vak heeft, wordt
het werktuiglijk en zonder enige bezieling onderwezen en blijft het tekentalent
van de leerlingen 'dood kapitaal'. Gelukkig zijn er uitzonderingen: op enkele
scholen, met name in Middelburg, Vlissingen en Sluis heeft hij goed werk ge
zien. Collega De Witt Hamer doet over het tekenonderwijs geen enkele medede
ling.
A ard rijks kunde
De schoolopziener van het district Middelburg besteedt in zijn rapport veel aan
dacht aan het onderwijs in de aardrijkskunde. Uit een onderzoek dat hij in 1906
verrichtte, is gebleken dat van een totaal van 133 lagere scholen in zijn district
op 48 scholen goed, op zeventig middelmatig en slechts op vijftien scholen zeer
slecht aardrijkskundeonderwijs wordt gegeven. De resultaten zijn dus niet on
gunstig te noemen. Op de meeste scholen wordt in de derde klas met aardrijks
kunde begonnen. Het onderwijs zou dan voorbereidend moeten zijn: de geografi
sche grondbegrippen moeten worden aangebracht en er moet aandacht worden
besteed aan het kaartlezen, waarbij zich de kennis van de naaste omgeving kan
aansluiten. Wat de keuze en indeling van de leerstof betreft, laat men zich vol
gens de schoolopziener te weinig leiden door de eisen van de praktijk. Van Ne
derland gaat men te snel over op Europa als geografische eenheid, terwijl het
voor Zeeuwse kinderen van veel meer belang is België en Engeland met de ver
keerswegen en handelsbetrekkingen te leren kennen. Voorts is hij van mening dat
er niet genoeg aandacht wordt besteed aan Nederlands-Indië: 'Voor grondiger be
kendheid met land. volk en voortbrengselen en handels- en verkeersbetrekkingen
met onze Oost zou ik gaarne de aardrijkskunde der werelddelen buiten Europa.
134