asbest werd gewonnen. In 32 van de 33 gevallen was er contact met asbest aan toonbaar. Opvallend is dat door Wagner gericht onderzoek werd gedaan naar het voorkomen van mesothelioom in gebieden met mijnen waar wit asbest werd ge wonnen. Dit onderzoek viel negatief uit. Daarna kwamen publicaties uit onder meer de Verenigde Staten (1964) en En geland (1965). Steeds bleek dat: 1. in het merendeel van de gevallen asbestexpositie werd gevonden; 2. slechts in enkele gevallen asbestose voorkwam; 3. asbestlichaampjes vrijwel steeds werden gevonden: 4. de prognose van het diffuus maligne mesothelioom zeer ongunstig was: 5. therapeutische mogelijkheden eigenlijk ontbraken; 6. hel tijdsverloop tussen de eerste asbestblootstelling en het manifest worden van het mesothelioom ongeveer dertig tot veertig jaar was. Op grond van deze gegevens uit de literatuur en de eigen ervaringen op Walche ren begonnen Planteydt en Stumphius zich zeer ongerust te maken over de toe komstige ontwikkelingen op dit gebied. Dit werd ook naar buiten toe geuit met name in contacten met de Gezondheidsorganisatie tno, waarop ik uitgebreid zal terugkomen. Tevens werd in enkele publicaties aandacht voor dit probleem ge vraagd. In 1967 werd in een uitgebreide voordracht tijdens de Boerhaave-cursus, Pro blemen rond de pleurade toenmalige stand van zaken over asbest en mesotheli oom uiteengezet voor een gezelschap longartsen, patholoog-anatomen en assis tenten in opleiding. In 1967 werd een voordracht met dezelfde inhoud gehouden in Clermont-Ferrand voor de Franse longartsen, in 1968 gepubliceerd in Le Pou- mon et le Coeur. In datzelfde jaar verscheen een Engelstalige publicatie van Stumphius en Meyer over asbestlichaampjes en mesothelioom. Het was echter belangrijk om alle verzamelde gegevens bijeen te brengen in een publicatie. Dit geschiedde begin 1969 in het proefschrift van Stumphius. Hel proefschrift van Stumphius Op 27 februari 1969 promoveerde Jan Stumphius op het proefschrift Asbest in een bedrijfsbevollcing. Promotor was prof. dr. R.L. Zielhuis. De ondertitel van het proefschrift luidde: Een onderzoek naar het voorkomen van asbestlichaampjes en mesotheliomen op een scheepswerf en machinefabriek. Als motto koos Stumphius. om zijn ongerustheid uit te drukken, voor de uitspraak van Churchill: 'The Terrible Ifs Accumulate.' In deel één worden de literatuurgegevens besproken over asbest, asbestose, as bestlichaampjes, asbest en neoplasmata, het mesothelioom, asbest en pleurale plaques en tot slot ijzer en neoplasmata. In deel twee wordt het eigen onderzoek gedetailleerd beschreven: de Koninklijke Maatschappij 'De Schelde' te Vlissin- gen, asbestosegevallen bij isoleerders, asbestlichaampjes bij het personeel van de kms, verificatie van asbest in asbestlichaampjes, de mesothelioomgevallen op Walcheren, conclusies, aanbevelingen en nabeschouwing, gevolgd door een sa menvatting, een summary, de ziektegeschiedenissen van 25 mesothelioompatiën- ten op Walcheren, literatuur en illustraties. 161

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 171