naamswijziging op. Vanaf dat moment tot de opheffing in 1992 was sprake van
de Commissie tno voor asbest en andere minerale vezels. Deze naamswijzigin
gen vonden plaats om organisatorische redenen, maar maakten voor het werk in
de commissie weinig verschil.
Als criterium voor het lidmaatschap werd de kennis en de interesse voor de as-
bestproblematiek gehanteerd, waardoor naast enkele artsen vooral technici en la
boratoriumonderzoekers lid waren. De commissie heeft zeifin haar eerste verga
deringen haar doelstellingen geformuleerd. De kern daarvan is steeds het
stimuleren van onderzoek op het terrein van de asbestproblematiek geweest, niet
het zelf verrichten van dergelijk onderzoek. Er werd een centrale documentatie
opgezet, waardoor alle leden bekend waren met de relevante literatuur op dit ge
bied. Al in 1969 werd besloten te komen tot de vaststelling van het aantal mesot-
heliomen dat zich in Nederland voordeed. In de volgende paragraaf zal hierop
uitvoeriger worden ingegaan.
Doordat vele leden van de commissie diverse congressen en conferenties in
het buitenland bezochten en daarover in de commissievergaderingen verslag uit
brachten, was de commissie steeds goed op de hoogte van de stand van zaken en
de ontwikkelingen. Enkele onderzoekingen die speciaal door de commissie wa
ren opgezet en gestimuleerd, verdienen aparte vermelding. Een epidemiologisch
onderzoek naar de beroepsanamnese van een groep mesothelioompatiënten met
een bijbehorende controlegroep werd verricht door een gepensioneerde bedrijfs
arts. Zielhuis e.a. (1975). Onderzoek naar de aanwezigheid van asbestvezels met
behulp van de elektronenmicroscoop werd aangevangen. Door de hoge kosten
per onderzoek is dit echter helaas nooit een routineonderzoek geworden. Eén van
dc leden van de Asbestcommissie tno kreeg van de Commissie van de Europese
Gemeenschap (cec) de opdracht een rapport op te stellen over de risico's voor de
volksgezondheid door blootstelling aan asbest. Dit rapport werd door een zeven
tal leden van de Asbestcommissie tno opgesteld en door de Commissie van de
Europese Gemeenschap gepubliceerd (Zielhuis 1977). De Asbestcommissie tno
heeft tevens actief meegewerkt aan het tol stand komen van richtlijnen van de ar
beidsinspectie voor het werken met asbest.
Toen de meeste wetenschappelijke problemen zo goed mogelijk waren opge
lost. veranderde ook de samenstelling van de Asbestcommissie tno langzamer
hand. In de eerste jaren speelden de interesse in de problematiek en het stimule
ren van onderzoek om de problemen op te lossen, een hoofdrol. Alle leden waren
toen op persoonlijke titel lid van de commissie. Later verschoof het accent van
de wetenschap naar de politieke beslissingen, met name over het komende as
bestverbod. Diverse leden waren toen in feite vertegenwoordigers van departe
menten, belangengroeperingen en dergelijke. In 1992 heeft de commissie daarom
besloten aan de Gezondheidsorganisatie tno te vragen de commissie op te hef
fen. De Asbestcommissie tno had haar taak vervuld en kon na 23 jaar effectief
werken ophouden te bestaan.
Mesotheliomenregistratie en -panel 1969 tot heden
Zoals hierboven reeds is vermeld, werd in juni 1969 de medewerking van de Ne
derlandse patholoog-anatomen gevraagd en verkregen om te komen tot een regis
tratie van de mesotheliomen in Nederland. In eerste opzet was de vraag om per
165