patiënt een kaartje in te zenden zonder persoonsgegevens, doch wel met het labo- ratoriumnummer en de diagnose. Een volledige registratie zou hiermee niet be reikt worden, maar er zou wel een indruk worden verkregen van de orde van grootte van het aantal mesothelioompatiënten. Al snel echter werden niet alleen registratiekaartjes toegestuurd, maar ook de bijbehorende microscopische prepa raten en patiëntengegevens met het verzoek om een consultbeoordeling. Toen dit regelmatig gebeurde, heeft Planleydt twee andere patholoog-anatomen. Van dei- Schoot en de Jager, gevraagd om een panel te vormen. Door de opinie van drie in deze diagnostiek geïnteresseerde patholoog-anatomen te combineren, kon een bredere basis voor de diagnostiek verkregen worden. Daartoe werden de prepara ten per post naar de panelleden toegestuurd. Dit was een trage procedure die in de praktijk onbevredigend werkte. Het idee om periodiek samen te komen om probleemgevallen te bespreken, bleek door de grote afstanden (Middelburg. Bus- sum. Haarlem) niet realiseerbaar. In de praktijk kwam hel erop neer dal Planteydt gedurende vele jaren de functie van consulent vervulde. Op verzoek van enkele longartsen werd de panel functie in 1985 gereactiveerd, vooral omdat in die pe riode diverse projecten voor experimentele behandeling van mesotheliomen wer den opgezet, niet alleen in Nederland maar ook in Europees verband. In 1985 bestond hel Mesotheliomenpanel uil Planteydt en Wagenaar (Nieuwe- gein). Toen Planteydt in 1987 met vervroegd pensioen ging. doch actief bleef in het panel, werd dit uitgebreid met zijn opvolger in Middelburg, Vos. In 1997 trok Planleydt zich terug als coördinator van het panel, maar bleef wel lid. Als nieuwe coördinator trad Van de Vijver (Amsterdam) op. In 1999 trok Wagenaar zich te rug als panellid. Wat de diagnostiek betreft deden zich intussen belangrijke wijzigingen voor: niet alleen nam hel aantal te beoordelen gevallen sterk toe. maar kwalitatief ver beterde de diagnostiek aanzienlijk door de mogelijkheden van histochemische en immunohistochemische kleuringen. Het panel bestaat thans uit vijf leden die een maal per zes a acht weken bijeenkomen in Amsterdam. In de loop van de jaren waren inmiddels ook in vele andere landen mesothelio- menpanels ontstaan, die onderling in organisatie sterk verschilden. In feite be schikken de meeste West-Europese landen thans over een mesotheliomenpanel, evenals Zuid-Afrika. Australië. Canada en de Verenigde Staten. Ook de Commis sie van de Europese Gemeenschap (cec) heeft een mesotheliomenpanel inge steld. bestaande uit een patholoog per land. Dit panel kwam in 1977 voor het eerst bijeen in Middelburg. Voor Nederland is Planteydt lid geweest van dit pa nel. dat als belangrijkste taak had de pathologische diagnose van het mesotheli- oom te standaardiseren. Op verzoek en op kosten van de commissie werd in 1985 door drie leden van dit panel. Jones, Lund en Planteydt, een atlas gepubli ceerd. De registratiefunctie was intussen sterk op de achtergrond geraakt. In de para graaf over het aantal mesotheliomen in Nederland zal hierop nader worden inge gaan. 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 176