Dissertaties over mesothelioma
Zoals in het begin van dit artikel vermeld, gaf de dissertatie van J. Stumphius,
Asbest in een bedrijfsbevolking, de stimulans voor talrijke activiteiten. Voor zo
ver ik kan nagaan, is er voor die tijd geen dissertatie verschenen waarin mesothe-
lioom werd besproken. In het Nederlandse taalgebied zijn daarna de volgende
dissertaties over mesothelioom of asbest verschenen:
W.S. Kwee, Quantitative and qualitative studies of malignant mesothelioma.
Amsterdam Vrije Universiteit 1982.
M.A. Versnel, Malignant mesothelioma, clinical, diagnostic and cell biological
investigations. Rotterdam 1989.
H.K. Koerten, The formation of asbestos bodies and similar structures by
macrophage exocytotic activity. Leiden 1989.
J. Meijers, Exposure to inorganic dust and occupational diseases. Maastricht
1991.
M. Ramael, Oncogen- en suppressorgenprodukten in maligne mesothelioma. Po
tentiële merkers voor neoplastisch mesotheel? Antwerpen 1993.
T. Langerak. Regulation of pdgf chain and receptor expression in human malig
nant mesothelioma cell lives. Rotterdam 1995.
K. Segers, Studie naar dn a-veranderingen en naar groei—gerelateerde eiwitten
bij het maligne mesothelioom. Antwerpen 1996.
Opvallend is dat het, behalve het proefschrift van Meijers, alle laboratoriumon
derzoekingen betreft. Vooral in de latere jaren waren het zeer gespecialiseerde
dissertaties.
Het aantal mesothelioompatiënten in Nederland
Toen Stumphius in 1969 promoveerde waren bij Walcherse patiënten in de jaren
1962-1968 totaal 25 gevallen van mesothelioom gediagnostiseerd. 22 van deze
patiënten hadden bij de scheepswerf in Vlissingen gewerkt. In de jaren zeventig
nam het aantal gevallen tot gemiddeld zes per jaar toe, in de jaren tachtig tot elf
per jaar en in het begin van de jaren negentig tot vijftien per jaar. Het grootste
aantal gevallen deed zich in 1991 voor. Hierna trad een duidelijke daling in. On
der deze gevallen bevonden zich inmiddels ook enkele uit andere delen van Zee
land dan Walcheren. Hopelijk zijn we inmiddels over de top van de epidemie
heen. Het initiatief tot het mesotheliomenregister in 1969, dat later geleidelijk
overging in hel Mesotheliomenpanel, leverde eveneens een stijging op van het
aantal gediagnostiseerde gevallen: in de periode 1969-1984 werd per jaar in ge
middeld veertig gevallen de diagnose gesteld. Door de reactivering van het panel
in 1985 nam het aantal gediagnostiseerde gevallen toe van ongeveer honderd in
1985 tot tweehonderd in 1996. Aangezien de inzending van gegevens en materi
aal door dc patholoog-anatomen op basis van vrijwilligheid geschiedde, was
deze registratie niet compleet. Vergelijkingsmateriaal was echter vrijwel niet aan
wezig in de beginperiode. De sterftecijfers van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek (cbs) kenden in de beginjaren geen aparte codering voor het mesotheli
oom. Later is hierin verbetering gekomen. De landelijke kankerregistratie kon
168