Danckaert Janszcontra het gerecht van Reimerswaal,
Op maandag 21 oktober 1499 dienden voor hel Hof van Holland twee processen
in reformatie die onlosmakelijk met elkaar in verband staan, namelijk van Danc
kaert tegen schout en schepenen van Reimerswaal én van zijn broer Adriaen
Jansz. tegen dezelfde partij3'-1. Bestudering van de dingtalen en de sententie van de
Grote Raad leert dat Danckaert op 24 juli 1499 twee keer voor het gerecht van
Reimerswaal was verschenen40. Wat was het geval?
Danckaert vertelde tijdens het proces voor het Hof van Holland, dat hij een
aantal jaren geleden een huis gekocht had van Willem Willemsz. Na het overlij
den van Willem kwam deze koop in hel geding. Danckaert meldde dat hij voor
schepenen in een herberg een overeenkomst had gesloten met de weduwe van
Willem, waarvan hij de schepenen een schuldbrief kon tonen. In dit verband had
Willems weduwe hem voor hel gerecht van Reimerswaal gedaagd, met de be
schuldiging de schepenbrief te hebben vervalst. Of hij daarvoor veroordeeld was
door het gerecht van Reimerswaal, is niet duidelijk. Wel werd hij veroordeeld
wegens belediging van de schepenen. Van dit vonnis vroeg hij herziening aan bij
hel Hof van Holland. Danckaert ontkende het gerecht beledigd te hebben en ont
kende ook de andere feiten die het gerecht van Reimerswaal tegen hem had inge
bracht (zie bijlage A)".
Volgens de dingtalen van 6 maart 1503 waarin het gerecht van Reimerswaal de
zaak nader toelichtte, was de schuldbrief van Willem Willemsz. vals en niet be
zegeld door de schepenen (zie bijlage B)42. Dit kon men waarschijnlijk bewijzen
doordat deze overeenkomst niet in de registers van de schepenbank vermeld
stond". Overeenkomsten werden in veel steden door de schepenen geregistreerd
en pas vanaf de late vijftiende eeuw ook door notarissen. Hoogstwaarschijnlijk
was dit ook het geval te Reimerswaal. De inventaris van het verloren gegane
stadsarchief vermeldt twee registers van resoluties, vonnissen en akten van vrij
willige rechtspraak uit de periode 1585-1629'14. Eigenlijk begon het eerste regis
ter in 1579, maar de eerste bladzijden waren verdwenen. Het ligt voor de hand,
dat er vóór 1579 ook dergelijke registers bestonden, maar deze zijn vermoedelijk
op een eerder tijdstip verloren gegaan.
De weduwe van Willem Willemsz. zou door Danckaert bedrogen en misleid
zijn. De brief zou in een 'droncken gelach' zijn bezegeld. Jammer genoeg zijn de
procesdossiers niet bewaard gebleven. Deze werden waarschijnlijk na afloop van
de processen opgehaald door de partijen. In de pleitnota hadden de feiten arti
kelsgewijs opgesomd gestaan. Tijdens de zitting voor het gerecht van Reimers
waal zou Danckaert dus beledigende woorden hebben gesproken, waarop de
schout aankondigde dat hij lol de hoogste boete veroordeeld zou worden (dat
was 20 pond zwart) en dat hij voorts tien roeden muur moest leveren en 'alzoe
veel meer als scepenen recht souden duncken'45. Volgens de schepenen weigerde
Danckaert zich hiertegen te verweren en riep geagiteerd 'ic appellert van al ende
daer gae ick up wech'16. Omdat hij niet voor het gerecht wilde verschijnen om
zijn verweer te voeren, werd hij veroordeeld tot dezelfde boete ten behoeve van
de landsheer en ieder van de schepenen van het gerecht. Verder moest hij voor
een aantal roeden muur zorgen. Dit behoorde hij binnen een bepaalde tijd te
doen, anders zou hij zijn rechterhand verbeuren47. Zou hij de schepenen opnieuw
beledigen, dan zou hij worden veroordeeld tot een bedevaart naar Onze Lieve
Vrouwe te Guadeloupe in Spanje48.
8