schelpen van Zeeland. Aan deze dagen werd door ruim vijftig personen deelge
nomen. In 1999 werden de volgende aanwinsten verworven:
3093 GM 99-01 Athleta Athleta depressus (Lamarck, 1802) Lokatie Dishoek,
voorjaar 1999. van het schelpenpad. Versteend exemplaar met glaukonietzand-
steen in mondopening, een uiterst zeldzame soort, uit het Onder-Eoceen. Ge
schonken door Tineke van de Berg. 1 ex. S 1 - 29.
Tijdens de dit jaar gehouden bottenvistocht zijn er in de omgeving van Terneu-
zen opnieuw diverse fossiele schelpen gevonden, voornamelijk uit het Midden-
en Onder-Plioceen. Achtereenvolgens worden stamnummer, jaarnummer, ge
woon nummer of ladennummer, soort, en aantal of kast vermeld.
3094 GM 99-02, Ostrea eclulis Linnaeus, 1759. sponzige Holocene vorm. 7/2 ex.
S 2 - 14;
3095 GM 99-03. Ostrea eclulis Linnaeus. 1759. Pliocene vorm, 62/2 ex. Rek.nr.
008000;
3096 GM 99-04. Glycymeris (Chevronia) obovata. ringelei Moerdijk en v.Nieu-
lande. 2000, 62/2 ex.' S 2 - 3;
3097 GM 99-05, Glycymeris Chevroniavariabilis subnironicaMoerdijk en
Van Nieulande, 2000. 1/2 ex. S 2 - 3;
3098 GM 99-06. Glycymeris (Glycymeris) radiolyrata. Moerdijk en Van Nieu
lande. 1995, 2/2 ex. S 2 - 3;
3099 GM 99-07, Neopycnodonte navicularis (Brocchi, 1914), 4/2 ex. S 2 - 18;
3100 GM 99-08, Aequipecten angelonii (di Stefani Pantanelli. 1880). 1/2 L
2/2 R. ex. fragm. S 2 - 10;
3101 GM 99-09. Pecten grandis grandis J. de C. Sowerby, 1828. 5 fragm.
S 2 - 8;
3102 GM 99-10, Pecten complcinatus J. de C. Sowerby, 1828. 2 fragmenten
S 2 - 7;
3103 GM 99-11 Astarte fuscci baste roti De la Jonkaire, 1823, 4/2 ex. S 2 - 24;
3104 GM 99-12, Astarte. omcilii De la Jonkaire. 1823, 2/2 ex. 1 fragm.
S2-23;
3105 GM 99-13, Astarte mutabilis altenai Spaink, 1972, 2/2 ex. S 2 - 23;
3106 GM 99-14, Chlamys princeps (J. de C. Sowerby, 1828). drie fragmenten
S 2 - 9;
3107 GM 99-15. Neopycnodonte callifera Lamarck, 1819, 1/2 ex. S 2 - 19;
3108 GM 99-16, Dosina casina casina (Linnaeus, 1758), 2/2 ex. S 2 - 53;
3109 GM 99-17. Dosina casina pseudoturgida d'Orbigny, 1852. 2/2 ex.
S 2 - 53;
3110 GM 99-18, Pygocardia rustica twnicla Nyst, 1836. zes fragmenten
S 2 - 38;
3111 GM 99-19, Pygocardia rustica rustica (Sowerby. 1818), dertien fragmen
ten S 2 - 39;
3112 GM 99-20, Arctica islanclica (Linnaeus, 1767), 5/2 fragm. S 2 - 38;
3113 GM 99-21, Arctica islanclica (Linnaeus, 1767). dikschalige Miocene vorm
2/2 fragm. S 2 - 38;
3114 GM 99-22, Glossus humanus (Linnaeus, 1758), 1/2 fragm. S 2 - 37;
3115 GM 99-23, Petricolapholcidiformis (Lamarck, 1818), 4 ex. S 3 - 7;
3116 GM 99-24, Zirfcieci crispata (Linnaeus, 1758), 1/2 ex. S 3 - 35;
192
