had plaatsgevonden, ging hij tegen het vonnis in beroep. Hij ontkende ook tij
dens deze zitting het gerecht beledigd te hebben. Volgens Danckaert had het ge
recht hem daarna zonder proces tot twee keer toe veroordeeld tot twintig pond,
alsmede tot twee roeden muur en 10.000 stenen ten behoeve van de stad5". Daar
naast werd hij veroordeeld tot een boete van 140 pond van 40 groten Vlaams te
betalen aan de schepenen en de kerk. Hij moest dat terstond doen, anders zou hij
zijn rechterhand verliezen. Totdat hij de boeten voldaan had, was hij verbannen
uit stad en vrijheid (omgeving) van Reimerswaal. Danckaert eiste door middel
van zijn procureur mr. Heynryck Claysz. dat het Hof van Holland deze vonnissen
zou vernietigen of wijzigen51.
Belediging gold als een inbreuk op de 'vrede', de openbare orde en veiligheid
van de gemeenschap. Belediging van ambtsdragers was een zwaar vergrijp. Het
overheidsgezag werd hierdoor aangetast. Dit gaf een hogere strafmaat, een fikse
boete, soms gecombineerd met een bedevaart of een 'steenboete', dat wil zeggen
de verplichting een aantal stenen te leveren ten behoeve van bijvoorbeeld de
stadsmuur of de bouw van een kerk'12. Ter vergelijking: in de rekeningen van de
baljuw van Reimerswaal kwam ik een vermelding tegen dat Danckaert Jansz. een
paard kocht voor drie pond. Een strafbedevaart was eigenlijk een vorm van tijde
lijke verbanning, zodat de verstoorde gemoederen enigszins tot rust konden ko
men en de delinquent zijn misdaad kon overpeinzen. Opgelegde bedevaarten
kwamen met name in de zuidelijke gewesten van de Bourgondisch/Habsburgse
Nederlanden voor. Uiteraard moest de veroordeelde bewijzen dat hij de bede
vaartplaats had bezocht. In veel steden konden strafbedevaarten worden afge
kocht met een steenboete. Waarschijnlijk was dit in Reimerswaal niet mogelijk.
In de baljuwsrekeningen van Reimerswaal zijn door Van Herwaarden in de pe
riode 1437/38 en 1567 totaal 64 bedevaarten geteld5'. Guadeloupe kwam in dit
lijstje niet voor. De meeste bedevaarten gingen naar Keulen (twintig), Santiago
de Compostela (twaalf), Rome (zeven) en Wilsnack (zes)54.
Het Hof van Holland bepaalde vervolgens door middel van een tussenvonnis,
dat het proces schriftelijk moest worden voortgezet en dat beide partijen binnen
veertien dagen hun processtukken moesten indienen. Het vonnis van het gerecht
van Reimerswaal werd opgeschort. Tegen deze voorlopige uitspraak ging het ge
recht van Reimerswaal in appèl bij de Grote Raad van Mechelen.
Door het appèl van Reimerswaal op de Grote Raad kon Danckaert nog niet
naar huis terugkeren. Het appèl moest binnen tien dagen worden aangekondigd
na de uitspraak van het tussenvonnis van 19 februari 1500". Voor appèl bij de
Grote Raad legen een tussenvonnis van een gewestelijk hof was er een aparte
procedure om te voorkomen dat het aantal beroepszaken te hoog werd. Dit hield
in dat men eerst een bezwaarschrift moest indienen bij dat gewestelijke hof, hier
het Hof van Holland. Er moest aan dit bezwaarschrift tegemoet worden gekomen
of in ieder geval moest erop geantwoord worden. Met dit antwoord kon de appel
lant appèl aanvragen bij de Grote Raad. Ondertussen kon de procedure voor het
Hof van Holland gewoon doorgaan56.
Het proces voor cle Grote Raad
De eis van het gerecht van Reimerswaal luidde dat de verleende commissie van
reformatie door hel Hof van Holland en het tussenvonnis waarin zijn vonnis
10