in de stad, was er soms sprake van een partijstrijd? Bewijzen hiervoor zijn echter niet meer te vinden. Volgens het gerecht van Reimerswaal was de door hun opge legde straf niet buitensporig en de schepenen verbaasden zich waarschijnlijk over het feit dat Danckaert hiertegen in reformatie was gegaan. Hij had kennelijk geëist dal hel gerecht zou verklaren dal hij een deugdelijk, rijk en eerbaar man was en nog nooit van iets was beschuldigd. Dit had hij zelf verklaard voor de Grote Raad. Het werd door de procureur van Reimerswaal ontkend. Hij ontkende voorts dat Danckaert door het gerecht veroordeeld zou zijn geweest, omdat hij in beroep was gegaan tegen het vonnis tegen hem en zijn broer. En hij ontkende dat hij daarna veroordeeld was geweest voor dezelfde zaak, terwijl die eerste zaak nog hangende was. De procureur vroeg in zijn conclusie om goedkeuring van hel vonnis van het gerecht. De procureur van Danckaert kondigde vervolgens diens repliek aan. Helaas is er van het verdere verloop van deze inmiddels gecombi neerde reformatie niets meer te vinden, behalve één sententie uitgesproken door het Hof van Holland op 3 april 150567. De uitspraak van het Hof van Holland De sententie bevat een uitspraak over de eerste twee incidenten die op dezelfde dag plaatsvonden in Reimerswaal, waarover op 24 juli 1499 vonnis gewezen was door het gerecht aldaar (zie bijlage D). De incidenten betroffen het geschil met de weduwe van Willem Willemsz. met betrekking tot de koop van het huis, als mede het bezwaar inzake het vonnis in de zaak over de zoutkeet tussen Adriaen Jansz. en Jan Jansz. In beide gevallen was Danckaert veroordeeld wegens het be ledigen van de schepenen. Het Hof verklaarde artikel 21, 22 en 23 van de proces stukken van Reimerswaal niet van toepassing in deze zaak. Men mocht deze wel gebruiken in het andere proces dat tussen beide partijen nog hangende was, na melijk het vonnis van het gerecht van Reimerswaal d.d. 4 juni 1500. Aangezien we niet over de procesdossiers beschikken, blijven we in hel duister tasten wat betreft de inhoud van deze artikelen. Danckaert werd door het Hof van Holland veroordeeld tot een boete van 24 pond van 20 groten Vlaams, waarvan de helft bestemd was voor de landsheer en de andere helft voor de stad Reimerswaal. Beide partijen moesten elk de kosten van hun proces betalen. Er wordt in deze sententie niet gesproken over een bedevaart, een verbanning of hel vragen van vergiffenis. Er is geen sententie bewaard gebleven over de zaak in reformatie betreffende het vonnis van 4 juni 1500. Is er geen sententie uitgesproken of is deze niet be waard gebleven? Hoe zal de laatste zaak zijn afgelopen? Is Danckaert nog ver oordeeld door het gerecht van Reimerswaal voor de gemaakte commotie? Alle maal vragen waarop we geen antwoord kunnen geven. Danckaert had volgens de bronnen behoorlijk wat boeten te betalen. Aange zien de rekeningen van de baljuwen van Reimerswaal bewaard zijn gebleven, was het de moeite waard om te onderzoeken of hij hierin voorkwam. Deze reke ningen bevinden zich in het archief van de Zeeuwse Rekenkamer68. Jammerge- noeg overleden twee baljuws kort na elkaar waardoor de administratie juist in de voor ons interessante periode 1499-1503 geen gegevens oplevert6''. Toch was er nog wat over Danckaert te vinden. In de rekening over de periode 4 september 1503 tot 31 december 1504 stond de volgende post: 'Van Danckaert Jansz. die 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 24