AACHTINGSWAARDIGE VRIENDIN'
DRIEËNVIJFTIG BRIEVEN VAN EEN DIENSTBODE UIT THOLEN
Betty Blikman-Ruiterkamp
De brieven
Eind 1996 verwierf het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland het familie
archief-Vlaander. Dit archief omvat naast genealogische gegevens en foto's een
serie brieven, geschreven door Pietje Willemse aan Maatje Weijler'. De corres
pondentie heeft als begindatum 18 januari 1861 en eindigt op 3 november 1873.
De drieënvijftig brieven zijn geschreven op postpapier van redelijke kwaliteit,
voorzien van een watermerk. Van enkele brieven zijn de omslagen nog aanwezig.
De adressering varieert. Veelal luidt deze: 'Aan Maatje Weijler ten huize van
Jacob Weijler Tholen'. Wanneer het betreffende epistel echter bij een andere
brief was ingesloten, staat op de omslag: 'Aan Maatje Weijler in handen'. Alle
brieven zijn. op één na (nummer 45), gericht aan Pietjes hartsvriendin Maatje.
Brief nummer 45 heeft als aanhef 'Mijn beste vriendjes'. Hoewel geen namen
vermeld worden, is uit de tekst op te maken dat deze brief gericht is aan de
ouders van Maatje, in wier huis Pietje ooit vele gezellige uren had doorgebracht.
De eerste zeven brieven hebben als aanhef 'Aachtingswaardige Vriendin!'
Daarna varieert zij op het thema 'Lieve vriendin'.
Pietjes handschrift is niet altijd even regelmatig. Daarbij zijn op diverse plaat
sen beschadigingen in het papier opgetreden, waardoor enkele woorden onlees
baar zijn geworden. Voor een meisje met alleen lagere school kon ze goed schrij
ven. Dat oefening kunst baart, is duidelijk zichtbaar. Haar handschrift wordt in
de loop der jaren beter, evenals haar taalgebruik, waarin men duidelijk de in
vloed van het Zeeuwse dialect kan waarnemen. Bij de woorden 'half' en 'hoop'
ontbreekt bijvoorbeeld regelmatig de 'h'. 'Afijn' wordt 'avijn', 'soms' wordt af
en toe 'zoms' en in het woord 'schrijven' ontbreekt steevast de 'h'. In Pietjes
brieven zijn slechts incidenteel punten en komma's geplaatst. Om de leesbaar
heid van de brieven te vergroten zijn deze in deze uitgave toegevoegd, evenals
hoofdletters aan het begin van een nieuwe zin en bij namen van personen en
plaatsen. In de brieven komen wel degelijk hoofdletters voor. 'Vriendin', 'Vader'
en 'God' worden bijna altijd met een hoofdletter geschreven, evenals de maan
den van het jaar. Bij andere woorden worden hoofdletters te pas en te onpas ge
bruikt. De door Pietje aangebrachte kapitalen zijn in de transcriptie weergegeven.
Opmerkelijk is brief nummer 48. In deze korte brief zijn de leestekens correct
aangebracht, is het taalgebruik beter en het handschrift vloeiender. Het is duide
lijk dat iemand anders deze brief voor haai' geschreven heeft, mogelijk in ver
band met de emotionele toestand waarin zij zich op dat moment bevond. Haar
man leek tijdens het schrijven van deze brief te zullen overlijden en het lijkt aan
nemelijk dat iemand die bij dit sterfbed aanwezig was, Pietjes woorden heeft ge
noteerd.
Wanneer de betekenis of spelling van een woord onduidelijk is, is deze cursief
achter dit woord geplaatst. Veel woorden zijn fonetisch weergegeven. Pietjes ge-
25