Brief 18 Amsterdam 2 December 1863 Mijn Dierbare Vriendin! Eedenmorgen uw lieve brief ontvangen hebbende, zoo kan ik niet nalaten door deze gelegenheid uw een paar lettertjes te shrijven. daar mijn Zus mij zeide als ik brieven met te geven had na Tholen ik ze haar maar moets geven. En daar ik van savonds uitgaat, dacht ik, zal ik een klein briefje shrijven onder de eten dan kan dat nog net mee begrijptje. O lieve Vriendin ik heb geen reden van dankbaarheid genoeg dat ik zoveel verbetert ben van dienst. Hel is hier zoo een vrolijk, tevre den en Godsdienstig huisgezin. Het is wel druk maar de dag is om eer ik het weet en dan zoo geregel. Ik ben nu weer wat op mijn dreef en leef er nu maar vrolijk op voort. Die kameraad uit de nare dienst heeft het ook zeer Goed getroffen en wij gaan nu zamen uit en zamen na de kerk en eten zamen bij mijn Zuster. O Maatje ik wou wel omt weet niet wat dat gij eens een Zondagtje bij ons was, wal zouden wij shik hebben. Maar in de Vrede dal is tot mijn leedwezen niet ander. Wij zullen maar eens op moed leven. Ja Maatje, den avond hier met het Oranje- veest heb ik Uw wat dikwijls uw opgehaalt. Die avond vergeet ik nooit zoo wij toen shik gehad hebben. Het was alles Oranje, wij hadden ieder een Oranje Con- karde. beeldeg mooi. Ik zal uw alles nog wel eens shrijven want daar is gesheid gebelden moet opstaan en uwe dierbare Ouders de hartelijke Groete gedaan te hebben, teken ik mij alstijd Uw getrouwe Vriendin P.K.Willemse O beste Vriendin nu gij uw protet heeft, is er wel weg krijge aan. Mijn Broer Leen zal spoedig weer wel na Hier sturen en brengt het daar maar bij hem, hij zal het met liefde mee sturen en dan is mijn reikhalzen verlang voldaan. Nogmaals van mij gegroet Uw Vriendin Pietje Groet de snijjer en Uw Broer voor Mij Aju in Groote haast zulks had uw niet gewacht, zoo gouw ist niet Brief 19 Amsterdam den 2 Januarij 1864 Mijn Geliefde Vriendin! Bij het intreden van weder een nieuwe tijdkring, zoo voel ik mij zeer gedrongen om Uw en de Uwe hartelijk veel heil en zegen toe te wenshen en al wat wij voor tijd en Eeuwigheid nodig hebben. Dat dit Jaar ook een Jaar voor ons mag zijn, dat wij elkander de hand moge reiken van trouwe en onveranderlijke Vriend schap, dat voorregt te mogen genieten in Elkanders bijzijn weder eenige geluk kige uuren te door te brengen, dat is mijn kleine, maar Vurige Wensch. Ja lieve Vriendin, die Oudejaarsavond waren mijn gedachten ten alle tijde bij Uw en Uwe lieve ouders. Wat hebben wij wel shik gehad, op die avond, ja menigmaal heb ik het opgehaald, want ik had die avond net mijn Zuster bij mijn. En dan is hel ook een dag voor mij om nooit te vergeten, dat mijne zoo dierbare Vader op die dag is 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2000 | | pagina 70