nu helaas met brieven moeten getroosten nog eenmaal eens met onze beslem
ming zoo moge uitloopen. Dat wij die nog eens zoo zamen onderling moge ge
nieten, want hoe ver ik van uw alle verwijdert ben, denk ik nog dikwijls om Tho-
len, want daar heb ik veel verdriet gehad maar ook heel veel plazier en dan al die
kermisse, zoo onder malkander. O zoo krijg ik het nooit meer, want het is hier
ook wel vrolijk, maar veel hrosher (grootser?), daar zal ik uw eens wat van shrij-
ven. Het is dan hier de gewoonte. Maatje als her een paartje trouwt, al is het
maai" van onze stand, met 5 of 6 vigelanten te trouwen en dan naar de kerk. al
waar je op een plegtige wijze ingezegend wort en dan is het bij de meeste een
Groote bruiloft. Die het maar een beetje doen kan en dan meest jongelui en ieder
wordt dan daar gepaart of als het kennis is, wort men van te voren gevraagt, maar
nu is er met februari een kennis van mij getrouwt. een meisje daar ik mee gedient
heb bij juffrouw Kabel en daar was ik dan van te voren gevraagt om bruilof te
houden, maar ik had geen zin in die jongen en zouw er wel een hebben, zijde ik,
maar als hel zoover was. Maar nu ik had al bedankt, maar daar hielp niet aan. Ik
moest komen, nu ik heb dan gevraagt aan mevrouw en mogt dan gaan en hebben
mij met zoo een vigeland afgehaalt, dus uw begrijpt, ik stond gek op te kijken en
te meer toen ik dan daar kwam, waren alle die daar waren ook maar dienstmeis
jes, maar allemaal gekapt haar en een luchte japan (japon) aan en een strikje op
de borst kijk verrukken en alle om ter netjest en de jongens van zelfde keurig
netjes in laken en witte dassen om en dat haar zoo keurig. Kijk ik stond net op te
kijken of ik mal was en verveelde mij daar een 'l zou dat ik tegen de bruud zijde
'mijn kameraad, ik ga naar huis want het is mij hier zoo rijk, dat ik mij daar niet
mee vereenige durft' en zijde 'ben je mal, het zijn allemaal dienstmeisjes, hoe
kan je zoo zijn'. Maar toen ik er een poosje was. kwam er nog een meisje met de
kornet (een soort muts), wel netjes maar ook maar net als ik en die voegde zich
voort na mijn en dat was een heel aardige meid en raakten al verder in kennis. En
wie was het toen, een meisje die ik vroeger heel veel aan huis kwam, toen ik
voorteerst hier in Amsterdam. Toen wij daar afsheid genomen op de hoek voor
de Bouwendam, dat zal uw nog wel weten en die haar broer was er ook en daar
had ik vroeger dikwijls mee uit geweest. Maar hij was nu zo verandert, dat ik
hem niet eens kennde. Hij keek mij gedurig aan, maar zeide niets, maar toen zijn
zuster, die hij al gevraagt had wie ik toch was, zeide dat ik Pietje was uit Tholen.
kwam hij voort naar mij toe, maakte zich bekent en vroeg mij dadelijk om die
avond zamen bruiloft houden. Nu. wat moest ik doen, ik moest die avond toch
een vrijer hebben en vond dat goed. Ik heb dien avond heel veel shik gehad. Er
was ook muziek en een verme kamer om te dansen, zoo dat die lijd daar gouw
om was en heeft geduurt tot 5 uur 's morgens toe en toen wiert ieder daar ze dan
bruiloft mee gehouden van thuis gebracht en die jonge, die mijn eerst gevraagt
van te voren, is met zijn zuster gegaan, dus dat is heel plazierig geweest. En toen
2 dagen naderhand wier ik gevraagt van de Ouders of ik plazier [had] om 's mid
dag te komen eten. Dat was net op mijn uitgaandag en dat nam ik aan en heeft
zijn zuster mij van mijn dienst afgehaalt en heb toen daar een plazierige zondag
gehad. En "s avonds ben ik met die jongen en zijn zuster ook met diezelvde van
de bruiloft naar bierhuis geweest, daar wort mooi gezongen en dat is een uitspan
ning voor de jongelui zondagsavonds en ben nu al dikwijls met hem naar de
Grote kimedie geweest. Het laatste stuk dat ik gezien heb was verlede week
woensdag, toen was het stuk: Menshen haat en berouw. O lieve Maatje, ik heb
nog dikwijls aan Uw gedacht, omdat Gij ook zoo van komedie houd en nu gaan
62