102 PRIJSVRAGEN voor prijsvraag 8 als voor prijsvraag 11 belangrijk is: 'Waarnemingen over 't gebruik van 't gramen marinum tegen het scorbut', mede gedeeld door D. Radermacher Verhandelingen ZGW1780, VII, p. 259). De Heren Zeventien van de VOC adviseren de Kamers Zeeland, Delft en Hoorn voortaan schepen met drie dekken te bouwen met een lengte van 140 a 150 voeten (inv.nr. 62, f. 152). In hs. 1494 meldt Radermacher dat besluit, tevens roemt hij dan het werkstuk van Ellerbeek. Winnaar W. Udemans jr schreef reeds in 1759 Korte Verhandeling over den Nederlandsche scheepsbouw {Cat. ZGW 1883, p. 579). Prijsvraag 12 Welke verbeteringe hebben de gemeene, of openbaare, vooral de Nederduitsche Schooien ter meerdere beschavinge onzer Natie, noch wel noodig? hoe zou die, op de voordeeligste wijze, konnen ingevoerd, en, op een bestendigen voet, onderhouden worden? Indiener Nahuys (inv.nr. 4, p. 238; inv.nr. 61, f. 39; zie ook Opmerkin gen). Jaar 1778; herh. 1779. Antwoorden 1780: 7 (inv.nr. 56, p. 37). Motto's a: Ingenuas didicisse fideliter artes Emollit mores, nee finit esse feros (inv.nr. 56, p. 37). b: Is de harmonie niet beminnenswaardig (inv.nr. 56, p. 370) c:'Eav rp OiAopaOijqécrr| Kal 7toA.upaQijc (inv.nr. 56, p. 37). Citaat uit Isocrates 1,18. d: Vertoont intijds de jeugd, het schoone van de deugd (inv.nr. 56, p. 37). e: Wordt Batoos kroost in deugd en Godvrucht opgevoed, Zoo wordt ons nageslacht door Neêrlands God behoed (inv.nr. 56, p. 37). f: La nature nous montre la difference infinie, que la culture met entre deux terres, d'ailleurs assez semblables (inv.nr. 56, p. 37). g: Als er geen wijze raadslagen zijn (inv.nr. 56, p. 37). Jury A. 's Gravezande, L. Bomme, A. Drijfhout, J.W. te Water en G. Kuipers (inv.nr. 59, p. 171-178; zie ook Opmerkingen). Bekroning 1780: K. van der Palm te Delftshaven, goud, motto e (inv.nr. 62, f. 105); D.C. van Voorst te St. Anna ter Muiden, zilver, motto f (inv.nr. 62, f. 165). Publicatie Verhandelingen ZGW 1782, VIII, p. 229-316, 317-394. Opmerkingen Volgens C. de Pater (Archief 1987, p. 186) heeft H.J. Krom de prijsvraag voorgesteld. Dit is niet juist. In inv.nr. 4, p. 238 wordt als indiener vermeld: Petrus Nahuys te Rotterdam, lid van het ZGW. Inv.nr. 61, f. 39 bevat een brief van L. Bomme die aandringt op het uitschrijven van de vraag van professor Nahuys, Rotterdam. Het enige lid Nahuys is professor G.J., die ook het 'Aanhangsel' na de bekroonde publicaties heeft geschreven. Petrus Nahuys is

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 104