PRIJSVRAGEN 109
Indiener D. Radermacher 1781 (inv.nr. 62, f. 210, zie Opmerkingen).
Jaar 1782; herh. 1784 zonder tijdslimiet.
Antwoorden 1785: 1 (inv.nr. 5, p. 224).
Motto Nulla major est poena quam miserum esse et non videri (inv.nr. 5,
p. 241).
Jury I. Winckelman, J.A. van de Perre van Nieuwerve, P. Boddaert, J.
Steengracht, vice-admiraal Van Reijnst en L. Bomme (inv.nr. 5, p.
224).
Bekroning 1785: C. Kayzer te Middelburg, goud (inv.nr. 5, p. 245 en 248).
Publicatie Verhandelingen ZGW1786, XIII, p. 3-119.
Opmerkingen Een brief met het voorstel voor deze prijsvraag is bewaard in inv.nr.
62, f. 210. De brief is niet ondertekend maar het handschrift is
identiek aan dat van D. Radermacher. De heer A. Moens, direc
teur-generaal van Nederlands Indië te Batavia, belooft fl. 1.000,- als
de bouw van het zeeliedenhuis doorgaat (hs. 2120; inv.nr. 59, p.
191-192). De ontwerptekeningen voor het gebouw zijn bewaard:
ZA, Zelandia Illustrata 11-858 en 859. In de ZB is een doctoraal
scriptie aanwezig van E. Hündgen: Het raadsel Radermacher, een
speurtocht naar de drijfveren van een Zeeuws regent in de achttiende
eeuw. Hierin wordt op p. 76 vermeld dat Radermacher initiatieven
heeft ontplooid voor de vestiging van het verzorgingshuis voor oude
zeelieden.
Prijsvraag 20
Zijn er geene algemeene en bijzondere gebreken in de inrichtinge en leerwijze
onzer Vaderlandsche Hooge Schooien? welke zijn de voornaamste en wat kan tot
verbeteringe daar van in 't werk gesteld worden, tot spoedigere voortzettinge van
allerlei Wetenschappen, en ter meerdere beschavinge onzer Natie? Door algemeene
gebreken verstaat men zulke, die betrekkelijk zijn op de Akademische leerwijze, voor
zoo ver zij het gantsche lichaam der studerenden betreft; en door bijzondere, zulke,
die opzicht hebben op de bijzondere takken van studie.
Indiener
Jaar
Antwoorden
Motto's
Jury
Niet achterhaald.
1783; herh. t/m 1790; ingetrokken 1791.
1785: 1 (inv.nr. 5, p. 212).
1789: 1 (inv.nr. 6, p. 93).
1791: 1 (inv.nr. 6, p. 175).
1785: a: In magnis volens (inv.nr. 5, p. 212).
1789: b: Geh alle Zeiten durch, so lehrt dich die Geschicht, dasz nur
der Ignorant von Kunst ganz höhnisch spricht (inv.nr. 6, p. 93).
1791: c: Sapiens est qui fines respicit... (inv.nr. 6, p. 175).
1785: M. van Visvliet, A. 's Gravezande, H.J. Krom, A. Drijfhout,
J.W. te Water en G. Kuipers (inv.nr. 5, p. 213, 240).
1789: A. Schultens, S. Broes, N.C. Lambrechtsen, G. de Wind,
K.K. Reitz, H. van Royen, A. Drijfhout en G. Kuipers (inv.nr. 6,
p. 94).
1791: J.W. te Water, B. Voorda, N.G. Oosterdijk, G. Bonnet,