116
PRIJSVRAGEN
lingscommisie wordt vermeld; waarschijnlijk betreft dit hetzelfde
stuk. Lambrechtsen en Van der Palm adviseren de 'Schets' in de
Verhandelingen ZGWte publiceren: dit is echter niet gebeurd.
Prijsvraag 28
(voor rekening van het Bataviaasch Genootschap)
De Wis- Natuur- en Teekenkunde, van eenen bijkans algemeenen invloed op alle
Konsten en Handwerken zijnde, wordt gevraagd optegeeven: welk het best middel
is, om die kundigheden algemeener in trein te brengen en derzelver aanleering voor
minvermoogende, gemaklijker te maaken.
Indiener L. Bomme 1785 (inv.nr. 5, p. 236).
Jaar 1785; herh. 1787.
Antwoorden 1788: 3 (inv.nr. 6, p. 5).
Motto's a: Quo semel est imbuta, recens servabit odorem testa diu (inv.nr.
6, p. 55).
b: Op hoop dat zoekers der konst, door den tijd, minder gevaar
mogen loopen, vinders der bedelzak te worden (inv.nr. 6, p. 54).
c: In magnis voluisse sat est (inv.nr. 6, p. 54).
Jury C.H.D. Ballot, K.K. Reitz, L. Bomme, A. Drijfhout en H. van
Royen (inv.nr. 6, p. 56).
Juryrapporten Inv.nr. 6, p. 54-55. In inv.nr. 59, p. 410-411: antwoorden onder
motto's b en c onvoldoende; dat onder motto a is veel beter, doch
op sommige punten te beknopt, op andere te uitgebreid. Voorstel:
weer uitschrijven en auteur van motto a vragen zijn antwoord te
bewerken. Toch wordt tijdens dezelfde vergadering besloten tot
bekroning omdat in 1787 ook geen prijzen zijn uitgereikt in ver
band met de troebelen te Vlissingen (inv.nr. 6, p. 56). Wel krijgt de
auteur enkele aanmerkingen van de jury met het verzoek sommige
punten te veranderen, hetgeen ook gebeurt.
Bekroning 1788: A. van Solingen te Middelburg, goud, motto a (inv.nr. 6, p.
60).
Publicatie Verhandelingen ZGW 1792, XV, p. 1-204.
Prijsvraag 29
Welke schikkingen kunnen er, door de gezamenlijke geleerde Maatschappijen in ons
Vaderland, gemaakt worden, om, zonder eikanderen eenigen hinder toe te brengen;
zonder de eene van de andere, of van eenig opperbewind, afhanglijk te maken; en
overeenkoomstig elks oorsprongelijke inrigting, saamtewerken tot bereiking van
haar gemeen doel: de bevordering van den bloei en uitbreiding der Konsten en
Wetenschappen?
Indiener A. 's Gravezande (inv.nr. 59, p. 194 b-d).
Jaar 1786.
Antwoorden 1788: 1 (inv.nr. 6, p. 11).
Motto Concordia res parvae crescunt, discordia maximae dilabuntur
(inv.nr. 6, p. 58).