PRIJSVRAGEN 129 Indiener Niet achterhaald. Jaar 1793; in 1794 herhaald; in 1795 en 1796 zijn geen programma's verschenen; in het programma van 1797 wordt de prijsvraag niet meer opgenomen. Antwoorden Geen. Prijsvraag 50 Daar de ondervinding leert, hoe de ondereinden van afgebrokene en door den worm verteerde palen, wanneer die in den grond blyven zitten, eene groote moeilykheid veroorzaken, by het inheijen van nieuwe palen niet alleen; maar over het geheel ook zeer veel nadeel aan het paalwerk en de zeehoofden toebrengen; zoo word gevraagd: Op welk eene wyze, en door hoedanig werktuig, deeze ingeblevene stukken best uit den grond, en van tusschen de nevenstaande gave palen, zouden kunnen uitgehaald worden? Men verlangt een zoomin-mogelyk kostbaar, en in de behandeling niet omslachtig werktuig: met eene naaukeurige afteekening van hetzelve. Indiener Niet achterhaald. Jaar 1793; vanaf 1797 herh. met belofte van beloning van 50 gouden dukaten (inv.nr. 7, p. 24); in 1801 ingetrokken (inv.nr. 7, p. 162). Antwoorden 1795: 2 (inv.nr. 6, p. 317). 1796: 2 (inv.nr. 6, p. 339). 1798: 6 (inv.nr. 7, p. 39 en 47). Motto's 1795: a: Tot nut en heil mijns vaderland, bied ik, als burger, wil lig d'hand (inv.nr. 6, p. 317). Tweede antwoord slechts een korte verklaring en tekening, geen motto (inv.nr. 6, p. 317). 1796: b: Ik die bij duizend heb ingeslagen, dacht nooit als nu, hoe die uit te halen (inv.nr. 6, p. 339). c: In mijn ledig uren daargesteld (inv.nr. 6, p. 339). 1798: d: De goede wil en noeste vleidt, verligt het werk door schranderheid (inv.nr. 7, p. 39). e: Gebroken paal geen zeewerk schraagt, nieuw welgesteld die last die draagt (inv.nr. 7, p. 39). f: Cessante causa, cessat effectus (inv.nr. 7, p. 47). g: De rampspoed teelt al vaak uit druk den ijver aan, ten volks geluk (inv.nr. 7, p. 47). h: Een uit veelen (inv.nr. 7, p. 47). i: Nuttig te weesen is mijn doel (inv.nr. 7, p. 47). Vindplaats Motto a: hs. 4100; motto b: hs. 4119; motto c: hs. 4115; motto d: hs. 4102; motto f: hs. 4103; motto g: hs. 4265; motto h: hs 4125. Bij het antwoord onder motto fis een bijlage over een proefneming die de auteur heeft gedaan om afgebroken palen te verwijderen. Zie ook de tekeningen in inv.nrs. 100 en 101. Jury 1795: P.G. Schorer, C.H.D. Ballot, A. Dingemans, J.J. de Freytag, A. Drijfhout en H. van Royen (inv.nr. 7, p. 319). 1796: zelfde jury als in 1795 (inv.nr. 6, p. 339). 1798: C.Ch. Bertling, M. van Visvliet, W.A. de Beveren, P. J. Serlé,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 131