PRIJSVRAGEN 135 7, p. 348-360 geeft een brief van de juryleden P.G. Schorer, J.H. Schorer, A. van Solingen, J. de Kanter en A. Drijfhout (namen wijken af van die van de oorspronkelijk benoemde juryleden) waarom zij vinden dat het antwoord beter niet gepubliceerd kan worden: de 'directie' Walcheren heeft zoveel bezwaren tegen het antwoord dat zij de beloofde 300 niet wenst te betalen. Die bezwaren betreffen voornamelijk het gebruik van een kaart van Hattinga waarop bij de grootte van Walcheren geen duinen en vronen waren meegeteld en een verschil van mening over de hoogte van het landwater op Walcheren. De juryleden vinden nu dat de gouden penning wel verstrekt moet worden, daar in de vergadering van 9-11-1802 (inv.nr. 7, p. 237) daartoe besloten is, maar dat van publicatie misschien beter afgezien kan worden. Toch wordt tot publicatie besloten (inv.nr. 7, p. 360). Hs. 5033 is een ongedateerde verhandeling die, hoewel er geen direct verband met deze prijsvraag bestaat, toch aanknopingspunten biedt: 'Verhandeling over de loop der stroomen rond het eiland Walcheren als van de constructies tot conservatie van dijken, duinen, stranden en zeewering'. In de Nieuwe Verhandelingen ZGW1807, I, 2C stuk p. 225-252 is door J. de Kan ter over dit onderwerp gepubliceerd: 'Wiskundige Ver handeling over de berekening van 't vermogen der Uitwaterende Sluizen', 28 pagina's met bijvoegsel en tabellen. Prijsvraag 59 Vermits vóór eenige jaren te Domburg, in het Eiland Walcheren, in den gevel van een huis gemetseld is gevonden een steen, waarop gewag word gemaakt van zekere dea burorina:- zoo word gevraagd: welke Godheid onder dien naam, 't zy door de inwoners van dat Eiland, 't zy door aldaar verkeerende vreemdelingen geëerd en van waar die naam oorspronglyk zy; en of dezelve ook elders op eenige opschriften of overblyfsels der Oudheid voorkome. Indiener Niet achterhaald. Jaar 1801. Antwoorden 1803: 1 (inv.nr. 7, p. 273). Motto Uit liefde voor de Oudheid (inv.nr. 7, p. 273). Jury E.J. Wybo van Visvliet, J.A. Modera, S. de Wind, W.J. Zillesen, N.C. Lambrechtsen en A. Drijfhout (inv.nr. 7, p. 277). Juryrapporten Inv.nr. 7, p. 277-300: eerste deel van het antwoord is een 'geleerde gissing', tweede deel is zeer bevredigend en geschikt voor publi catie. Hs. 2709 geeft de beoordeling door Wybo van Visvliet en Modera. J. Verheye van Citters heeft de jury bijgestaan: brief met aanmerkingen op het antwoord aan Lambrechtsen (hs. 1672). Hs. 2701 is een minuut van het juryrapport. Bekroning Geen, omdat de auteur geen naam heeft opgegeven. Publicatie Nieuwe Verhandelingen ZGW 1807,1, 2e stuk p. 255-278. Opmerkingen De inzender van de gepubliceerde verhandeling was J.W. te Water (dit blijkt uit zijn Levens-berigt, p. 282 e.v.). In de ZB bevinden

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 137