146 PRIJSVRAGEN zijn zoodanige gevallen als hoogstzeldzame uitzonderingen aantemerken? of zijn ter nog niet genoeg opgemerkte of niet genoeg bekende bijzonderheden in de Theorie des Bliksems, welke, op die der Afleiders toegepast, dezelve eene verbeterde inrigting zouden kunnen geven, en alzoo die gezegde onheilen altijd en in alle gevallen worden voorgekomen? Zoo ja; welke zijn die bijzonderheden? En wat moet men alzoo uit wel bewezene facta ten aanzien van de overeenkomst der Electrieke Proeven nopens de Afleiders in het klein, met de dadelijke uitwerkselen des Bliksems, en het nut of het nadeel der Afleiders in het algemeen besluiten? Indiener J. de Kanter (inv.nr. 98, nr. 80). Jaar 1809; herh. t/m 1821; ingetrokken 1825. Antwoorden Geen. Opmerkingen De prijsvraag is onder andere ingetrokken omdat de Hollandsche Maatschappij op bijna dezelfde vraag wel een voldoende antwoord heeft ontvangen (inv.nr. 8, p. 31). Volgens inv.nr. 56, p. 85-86 heeft schout bij nacht Lemmers enige waarnemingen gestuurd 'ten bewijze van het nut der afleiders'; dit moet niet als antwoord op de vraag worden beschouwd. Prijsvraag 77 Welk gezag behoort men toe te kennen aan de Goddelijke wetten door Moses aan het Israëlitische Volk gegeven, ter beslissing van het geen zedelijk goed of kwaad, regt of onregt is in eene Maatschappij van Christenen? Indiener Jaar Antwoorden Motto's Jury Juryrapporten Bekroning Publicatie Opmerkingen N.C. Lambrechtsen (inv.nr. 98, nr. 80). 1811; herh. t/m 1823. 1821: 2 (inv.nr. 8, p. 27). 1822: 2 (inv.nr. 8, p. 98). 1821a: Gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade (inv.nr. 8, p. 27). b: Zoo wie dezelve zal gedaan en geleerd hebben (inv.nr. 8, p. 27). 1822: c: Un tel etre pouvait a tous les instants oublier son cre- ateur; Dieu l'a rappellé a lui par les lois de la religion (inv.nr. 8, p. 145). d: Wat groot volk is er (inv.nr. 8, p. 145). J. Heringa, J. Clarisse, C.W. Stronck en D.M. Kaakebeen (voor 1821 en 1822 zie inv.nr. 8, p. 209). Inv.nr. 8, p. 26-30 en inv.nr. 64, stuk25,25a, 38: antwoorden onder motto's a en b. Inv.nr. 8, p. 206-209: antwoorden onder motto's c en d. Alleen Heringa adviseert positief, de anderen nemen geen standpunt in. 1824: J. Verburg te Deventer goud, motto c (inv.nr. 8, p. 209). Nieuwe Verhandelingen ZGW1835, V, 3e stuk p. 1-209. In hs. 4191 zijn twee voorlezingen over de Mozaïsche wetten be waard, gehouden door H.M. Bouvin circa 1838.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 148