164 PRIJSVRAGEN Indiener S. de Wind (inv.nr. 99, nr. 29). Jaar 1848; herh. t/m 1854; daarna niet meer vermeld. Antwoorden Geen. Opmerkingen In inventaris 98 is een anonieme brief over dit probleem, gevolgd door een conceptprijsvraag over hetzelfde onderwerp (1817, inv.nr. 98, nr. 178). Zie hiervoor conceptprijsvraag 229. Prijsvraag 114 Eene naauwkeurige en, zoo veel mogelijk, volledige geschiedenis van de Rederijkers in de Provincie Zeeland, met aanwijzing van het goede en kwade, bepaaldelijk in dat gewest door hen gesticht, zoo ten aanzien van den staat en de godsdienst, als met opzigt tot de kunsten en wetenschappen? Indiener J. Borsius (inv.nr. 99, nr. 6). Jaar 1848; herh t/m 1851; daarna niet meer vermeld. Antwoorden Geen. Opmerkingen Zie prijsvraag 37. Prijsvraag 115 Welke zijn de oorzaken, waaruit het verschijnsel moet verklaard worden, dat de Mannelijke geboorten de Vrouwelijke in eene bijna vaste verhouding overtreffen? Vermits men in den laatsten tijd het gewigt heeft leeren kennen, hetwelk de be trekkelijke ouderdom der ouders gemiddeld op het geslacht der kinderen schijnt uit te oefenen, zoo verlangt men, bij de oplossing dezer vraag, eene aan de eischen der probaliteits-rekening beantwoordende reeks van waarnemingen, waardoor de gevolgtrekkingen van Sadler en Hofacker zouden kunnen bevestigd of gewijzigd worden. Indiener J.C. de Man (inv.nr. 99, nr.32). Jaar 1848. Antwoorden 1849: 1 (inv.nr. 10, p. 589). Motto Mundum numeri regunt (inv.nr. 10, p. 684). Jury B. Bomme, P.J. Ackermans, R. Lobatto, J.C. de Man, A. van Beek en G.EW. Baehr (inv.nr. 10, p. 589). Juryrapporten Inv.nr. 10, p. 679-684; inv.nr. 67, pak la. Bekroning 1851: L. Janse Bz. te Middelburg, goud (inv.nr. 82, programma 1851). Publicatie Niet door het Genootschap gepubliceerd, zie onder Opmerkin gen. Opmerkingen Onder de tekst van de prijsvraag worden de publicaties van Sadler {Law of population, Lond: 1830) en Hofacker {Annales d'Hygiene publ. 1829) genoemd. Van Beek wil niet in de beoordelingscom missie, er is geen ander in zijn plaats benoemd (inv.nr. 10, p. 593). De gouden medaille is niet als prijs voor de kwaliteit van het antwoord gegeven, doch 'als erkenningsblijk van het hoogst verdienstelijke zijns arbeids'. Deze woorden komen uit hs. 3167, een autobiografie van L. Janse. De laatste heeft zijn verhandeling

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 166