1775 1782 PRIJSVRAGEN 177 dig onderworpen is aan hetgeen men gewoon is vervuuring te noemen, waardoor dezelve dikwijls maar zeer kort nadat nieuw aangebouwd zijn zoodanig worden aangetast dat niet dan met zwaare onkosten konnen hersteld en tot den dienst bequaam gemaakt worden, en veel minder tijd duuren dan die scheepen die in de vorige eeuw gebouwd, en waar van zommige noch voorhanden zijn. Zoude men ook konnen ontdekken waaruit dit quaad ontstaat, en welke middelen zijn daar tegen aan te wenden? Indiener Onbekend (inv.nr. 4, p. 224). Conceptprijsvraag 42 Wat is de reden, waarom de visscherij, voornamentlijk op Groenland zoo achter uitgaat dat men thans merkelijk minder daar op equipeerd als in voorgaande tijden, en wat zijn de middelen om die voornaame tak van negotie weder aan te queeken? Indiener P. Bijl Nicolaasz. (inv.nr. 4, p. 235). Conceptprijsvraag 43 Wat is de reden dat de geleerde onder de natie in 't algemeen meer in de smaak van uittrekzels en vertaalingen te leezen valt, dan in het onderzoek der zaake zelfs? Indiener J. Ie Francq van Berkhey (inv.nr. 4, p. 321). Conceptprijsvraag 44 Wat is de oorzaak dat men tot noch toe geene volledige beschrijvinge heeft van de geleerde mannen die in de Vereenigde Provintie gebloeid hebben? Wat is het beste plan om derzelver nagedachtenis tot luister van den vaderlande te bewaaren en te doen herleeven? Indiener J. Ie Francq van Berkhey (inv.nr. 4, p. 321). Opmerkingen Zie prijsvraag 13 uit 1779; prijsvraag 13 is misschien een gewijzigde redactie van dit concept. Conceptprijsvraag 45 Wat en hoedanig is de bereiding van vischlijm, en dewijl verscheide soorten van onze visch in hun vel een zekere lijmachtige kleverigheid bezitten, zou men van eenige of van verscheide onder hen niet met goed gevolg vischlijm konnen maaken, en dit tot een voordeelige vaderlandsche fabriek brengen? Indiener J. Ie Francq van Berkhey (inv.nr. 4, p. 321). Conceptprijsvraag 46 Welke zijn de redenen en oorzaaken dat bij veele geschootene wonden na verloop van eenige dagen na hune kwetsingen dat toeval zich vertoond, hetgeen men spasmus oris noemt? Is dit toeval in zulke wonden nagenoeg altoos doodelijk? Wat redenen zijn ver, dat dit toeval bij zommige van deze gekwetsten, zoo gemeen is, en weder

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 179