PRIJSVRAGEN 197 Conceptprijsvraag 138 Daar het gebruik en vooral het misbruik der thee en coffij zoo nadeelig is voor de gezondheid der ingezetenen, en in tegendeel het gebruik van inlandsch bier, zoo voordeelig is voor de gezondheid; welke zijn dan de geschiktste middelen om de nadeelen der eersten weg te nemen, en de voordeelen der laatsten te bevorderen, en daardoor den vervallen staat der brouwerijen weleer zoo bloeijend, in ons vaderland te herstellen? Indiener A. van Stipriaan Luiscius (inv.nr. 98, nr. 74). Conceptprijsvraag 139 Waarom hebben zelfs de bekroonde antwoorden op voorgestelde prijsvragen bij onderscheidene geleerde maatschappijen en genootschappen zoo weinig beantwoord aan het nuttig einde waar toe dezelve waren voorgesteld? Welke middelen kunnen hiertoe aangewend worden? en in hoeverre zoude eene vereeniging van onderschei dene maatschappijen van geleerdheid in ons vaderland of althans van eene meerdere communicatie en correspondentie onder den anderen daartoe noodig of dienstbaar kunnen zijn? Indiener A. van Stipriaan Luiscius (inv.nr. 98, nr. 75). Conceptprijsvraag 140 Sous quelles conditions les usuriers connu sous le nom de Caorsins et de Lombards, ont ils eté admis dans les differentes villes des Pais Bas pendant le 13, 14, et 15 siecles? Quel etoit, 1 'interet qu'ils exigeoient? Quelles etoient les peines qu'on leur infligeoit lorsqu'ils exigeoit un instant exorbitant? Les etablissement connus sous le nom de Lombard ou de Mont de piété, ou l'on prete aussi sur gages, et a gros interets, sont ils moins nuisibles que ne l'etoient les Caorsins et les Lombards? Indiener G.J. Gerard (inv.nr. 98, nr. 76). Conceptprijsvraag 141 Quel est l'origine des societes litteraires connues sous le nom de chambres de rethoriques, autrefois si celebres dans la Belgique? Quels etoient leurs reglement? et quels sont les ouvrages quelles ou leurs membres ont produits avant le 16 siecle? On se borne au 16 siecle, paree que dans le 17 on a imprimé differens ouvrages des chambres de rethorique qui sont connus. Indiener G.J. Gerard (inv.nr. 98, nr. 77). Conceptprijsvraag 142 Zijn er in de nieuwere Noordsche talen welke gezegd worden af te stammen van de oude Celtische, duidelijke sporen voorhanden, uit welke men zoude mogen opmaken dat er tusschen de Celtische taal en die der zuidelijke gewesten van Europa, met name oud-Griekenland en oud-Italien eenige verwantschap heeft plaats gehad, en in hoeverre blijkt hieruit, dat de bevolking dier gewesten haren oorsprong genomen heeft van het vaste land en van het noorden, eer dan van de zeekusten en van het zuiden. Indiener D.J. van Lennep (inv.nr. 98, nr. 78).

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 199