1815
PRIJSVRAGEN
213
op de Persianen? Zoo neen, door wien is deze verligte persoon eerst vermeld, welck
oogmerk heeft men?
Indiener C. d'Engelbronner (inv.nr. 98, nr. 146).
Conceptprijsvraag 204
Door wien en wanneer is het Grieksche vuur uitgevonden? Wat waren daarvan de
bestanddeelen? Is hetzelve naderhand verbeterd en op welke wijze en door welke
volkeren gebruikt?
Indiener N.C. Lambrechtsen (inv.nr. 98, nr. 147).
Conceptprijsvraag 205
In aanmerking genomen zijnde, dat in de meeste kerkgebouwen, eene zeer on
aangename en voor de gezondheid der kerkgangers nadeelige lucht gedurende de
godsdienstoeffeningen plaats heeft, bijzonders des winters, zodat veele zwakke
menschen, vrouwen bijzonders, thuis gekomen zijnde door hoofdpijn of koortsen
worden overvallen, wordt gevraagd, welke zijn de oorzaken waardoor de lucht in
de kerkgebouwen zoo besmet wordt, en welke zijn de meest toereikende, en op alle
kerkgebouwen toepasselijke middelen om in dit ongemak te voorzien, zonder dat
de uitoeffening van den godsdienst daar bij lijd?
Indiener N.C. Lambrechtsen (inv.nr. 98, nr. 149).
Conceptprijsvraag 206
De christen, die in de Boeken des Nieuwen verbonds, de vervulling vindt der Mes-
siaansche voorzeggingen, welke hij in de Boeken des Ouden verbonds aantreft,
moet zekerlijk ook in deze boeken groot belang stellen, dit voorondersteld zijnde,
vraagt het Genootschap: Zijn de Boeken van het Oude verbond voor het geloof van
de christen noodzakelijk? Zoo ja, hoever strekt zich die noodzakelijkheid uit? Gaat
die zóóver, dat hij zonder die boeken met geenen genoegzamen grond een christen
zou kunnen zijn? Of moet hij de bewaring dier boeken slechts beschouwen als eene
genaderijke toegifte, om hem in zijn geloof te versterken en te bevestigen?
Indiener J.G. Lafont (inv.nr. 98, nr. 151).
Conceptprijsvraag 207
Dewijl het voor eene algemeen erkende waarheid aangenomen wordt, dat de vol
keren, als volkeren hiernamaals niet zullen bestaan, vraagt het Genootschap, of
de rechtvaardigheid Gods niet schijnt te vorderen, dat de nationale deugden en
ondeugden op deze waereld beloond en gestraft worden? Zo ja, welke verpligtingen
hieruit voortvloeijen voor de leden der burgerlijke maatschappijen?
Indiener J.G. Lafont (inv.nr. 98, nr. 152).
Conceptprijsvraag 208
Dewijl 's lands welzijn en 's konings wensch de verbroedering tusschen de inwoners
der noordelijke en zuidelijke gedeelten van het koningrijk gebiedend eisschen, wordt
gevraagd: Welke zijn de beste middelen om de verbroedering te bevorderen? en wat