1816 PRIJSVRAGEN 217 eene vrouw? hoeveel een kind naar de verschillende jaren? en is er vooral, een mid del uit te denken om bereidwillige of andere behoeftigen, die geen arbeid weeten te bekomen, dien, hetzij door eenen ondersteunende toeleg aan eenige fabrieken en particuliere ondernemingen, ofwel anderzints, te verschaffen. Indiener M.J. de Jonge (inv.nr. 98, nr. 166). Conceptprijsvraag 222 Wat gebied behalven, en na de quarantaine, de voorzigtigheid omtrend de goederen uit landen waar pest of andere dergelijke besmettelijke kwalen heerschen aangebracht? Zijn hier omtrend, zonder zeer veele onkosten of nadeel voor den koopman, eenige preecautien te neemen, en welke? Indiener M.J. de Jonge (inv.nr. 98, nr. 167). Conceptprijsvraag 223 Welke zijn de middelen tot eene bestendige vrede met de Barbarijsche staten, die men niet kan uitroeijen, en wier vaart men op den duur beswaarlijk zal kunnen beletten? Menschelijk, misschien billijk zouden het wezen, de slaven dier volken waarvan zich een aantal in 't zuidlijk Europa bevind, nu van hunne ketenen te bevrijden- allen zullen geene zeeschuimers geweest zijn, en zekerlijk geene levenslange gevangenis verdiend hebben. Zoude eene algemeene en vrijwillige teruggave dezer ongelukkigen, geenen goede indruk op de natiën maken, en een vriendschappelijk verkeer met de christenen nuttig ook voor de wetenschappen, en landen waar Carthago stond, en de Romeinen zoo lang regeerden, kunnen doen geboren worden? Wat zegt hier het regt der volkeren? Wat de voorzichtigheid? Wat de kennis van 't menschelijk hart? Indiener M.J. de Jonge (inv.nr. 98, nr. 169). Conceptprijsvraag 224 Welke zijn de beste en geschiktste middelen waar door de geleerde maatschappijen in ons vaderland, zoo ten aanzien van derzelver huishoudelijk bestaan, als ten op zichte van derzelver werkzaamheden, niet alleen nuttig naar buiten, maar ook ten aanzien van derzelve eigene bestuurderen en leden meer belangrijk zouden kunnen gemaakt worden? Indiener P. J. Serlé (inv.nr. 98, nr. 170). Conceptprijsvraag 225 De beheerschers der volkeren, bij welke eene erffelijke troonsopvolging plaats grijpt, waren van oudsher en zijn nog meest bekend bij hunne voornamen; deze worden egter onderscheidentlijk gewijzigd: De vorsten van zommige volkeren dragen altijd denzelfden naam, met tweede bijvoeging van het ordanent getal: de eerste, de tweede, de enz.; in andere huizen ziet men twee of drie namen van tijd tot tijd wederkomen; terwijl in andere elke vorst zich door zijnen bijzonderen naam onderscheidt; dus vraagt het Genootschap, welke van die drie naamwijzigingen de naavorscher der oude geschiedenis de minste moeielijkheid en verwarring veroorzaakt? En welke het geschiktste middel zou zijn om die zoort van benaming aan de hedendaagsche

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 219