PRIJSVRAGEN 221 Conceptprijsvraag 23 5 Welk was het karakter van Alexander Farneze, prins van Parma, en in hoe verre heeft deszelfs geaardheid medegewerkt, tot het daarstellen der scheuring tusschen de zuidelijke en noordelijke gewesten van Nederland? Indiener J.C. de Jonge (inv.nr. 98, nr. 184). Conceptprijsvraag 236 Eene lofrede op Johan de Knuijt. Indiener J.C. de Jonge (inv.nr. 98, nr. 185). Conceptprijsvraag 237 Zijn er uit de vereeniging der zuidelijke met de noordelijke Nederlandsche Provin ciën, eenige heilzame gevolgen voor de provincie Zeeland te verwagten, zoo met betrekking tot deszelfs landbouw, visscherij, koophandel en fabrieken, als tot eenige andere takken van deszelfs bestaan of welvaart? Zoo ja, welke moeten of kunnen als zoodanig worden aangemerkt? en door welke middelen of op wat wijze worden dezelve het best aangemoedigd, beproefd of daargesteld? Indiener F. C. de Jonge (inv.nr. 98, nr. 186). Conceptprijsvraag 238 Welke zijn de meest geschikte middelen, om de vereeniging van alle de Nederlandsche gewesten tot één koningrijk, zoo veel mogelijk dienstbaar te maken aan de beschaving, verrijking en uitbreiding der Nederlandsche taal en letterkunde? Indiener M. Siegenbeek (inv.nr. 98, nr. 187). Conceptprijsvraag 239 Hoe was bij de ouden, vooral bij de Atheners, Korinthiers, beider volkplantingen in Ionien en Sicilien (in zoo verre zulks bekend is) Karthagers en Romeinen? Het stelsel van belastingen, voornamelijk omtrend den koophandel? Werd deze daardoor al of niet gedrukt? En stond de voorspoed die sommigen dezer volken in onderscheidene tijden, vooral ook door den handel genoten, met dit stelsel in verband? Indiener N.G. van Kampen (inv.nr. 98, nr. 188). Conceptprijsvraag 240 Hoedanig was de omwenteling die Colbert in de 17 eeuw in Frankrijk ten aanzien van koophandel, fabrieken en zeemagt bewerkte? Waardoor gelukte het hem, alle deze takken van volksvoorspoed zoo snel en hoog te doen rijzen? en waardoor ver meed hij den strijd, die men in lateren tijd. bij min verlichte staatsdienaars, wel eens tusschen handel en fabrieken heeft meenen te zien? En hoe zou zijn voorbeeld nog ter navolging kunnen worden voorgesteld? Indiener N.G. van Kampen (inv.nr. 98, nr. 189). Conceptprijsvraag 241 Daar men in de meeste geslachten en soorten van zoogdieren en ook bij vele voge lensoorten, dikwijls voorwerpen aantreft, wier haar, tegen den gewonen vorm der soort, wit van kleur wordt (kakkerlakken), hetgeen men veelal aan eene ziekelijke gesteldheid toeschrijft, zoo vraagt men de reden dezer kleurverandering, of eene

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 223