228 PRIJSVRAGEN Conceptprijsvraag 265 Mag de redekundige of wijsgeerige manier van onderzoek, uit vroegere of latere schole ontleend, eenigen invloed oefenen op de uitlegging der H. Schriften? Indiener J. Snouck Hurgronje (inv.nr. 98, nr. 214). Conceptprijsvraag 266 Wat heeft men te houden van de overleveringen der eerste christen-eeuwen, en van derzelver gezag en gebruik tot beoefening der Godgeleerdheid? Indiener J. Snouck Hurgronje (inv.nr. 98, nr. 215). Conceptprijsvraag 267 Wordt er van de thans bestaande geleerde maatschappijen en genootschappen, zoo in de Nederlanden als elders, dat nut voor de algemeene beschaving geoogst, hetgene men, van voren (a priori) beschouwd, daarvan zoude mogen verwachten? Zoo ja, waarin kenmerkt zich deze nuttigheid? En hoedanig kan dezelve vermeerderd worden? Zoo neen, zijn daartoe genoegzame middelen voorhanden? En welke voorzieningen zijn inderdaad geschikt om aan dit wezenlijke belang eene gewenschte toepassing en uitbreiding te verschaffen? Indiener J. Snouck Hurgronje (inv.nr. 98, nr. 216). Conceptprijsvraag 268 Kan men rekenen dat er gevolgen uit de kruistogten zijn afteleiden, welke invloed op de Hervorming gehad hebben en zoo ja, welke zijn zij? Indiener D.J. de Superville (inv.nr. 98, nr. 217). Conceptprijsvraag 269 Daar door Prof. Heeren, de vraag welke gevolgen de kruistogten voor Europa hebben opgeleverd, zoo uitnemend is beantwoord, doch de gevolgen derzelfde kruistogten voor Asien in deze zijne verhandeling (als daar zulks niet vereischt wierd) niet voorkomen, zoo verlangt het Genootschap te weten: Welke gevolgen Asien aan de kruistogten heeft te danken. Indiener D.J. de Superville (inv.nr. 98, nr. 218). Conceptprijsvraag 270 Is het uit de waarschijnlijkheid geredeneerd mogelijk dat het Turksch Rijk met be houd van deszelfs godsdienstleer en eenhoofdig despotisme in magt, beschaving en welvaart ooit eenig Europeesch land zal kunnen evenaren, zoo ja, welke zijn dan de middelen die ter bereiking van dit oogmerk zouden behooren te worden aangewend; zoo neen, zijn dan die godsdienstleer en dat despotisme de eenige oorzaken die den bloei van hetTuksche rijk steeds in den weg hebben gestaan en nog in den weg staan, of komen er hierbij nog andere oorzaken en zijn deze aanwezig, welke zijn zij dan? Indiener D.J. de Superville (inv.nr. 98, nr. 219). Conceptprijsvraag 271 le- Zijn de gevolgen welke in Engeland voor den lande uit die wet voortvloeijen, welke aan de oudsten zoon bij het overlijden zijner ouders, een grooter deel der na latenschap dan aan de andere kinderen toekent, al of niet voordeelig, en blijft deze

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 230