F.M. WIBAUT 43 Functies/jaren 1873 1885 1896 1905 (indicatie) Baas 1,75 2,50 3,50 Onderbaas - 1,75 2,- Machinist 2,- 2,- 2,- 3,49 Smid - - 1,75 1,84 Raamzager 1,60 1,75 1,75 2,25 Cirkelzager 1,50 1,50 1,50 1,82 Helper en raamknecht 1,20 1,20 1,40 1,58 Slijper 1,30 1,30 1,40 1,67 Sjouwer 1,20 1,20 1,20 1,47 Schaver - - 1,75 1,70 Helper schaver - - 1,40 1,48 Jongen 0,60 0,60 0,80-1,20 Vlotter 1,25 1,35 1,60 1,65 Tabel 2. Lonen vaste arbeiders in de zagerij en de schaverij per werkdag, 1873-1905 (in guldens).99 werd ook al door Van Marken, Stork en Vlekke toegepast en was gebaseerd op de gedachte dat arbeiders die meer presteerden ook beter beloond moesten worden. In een taakstelling was omschreven hoeveel voet hout door een zaagraam moest worden gezaagd. Het aantal voet hout dat meer werd gezaagd dan in de taakstelling was bepaald ('over-zagen'), leverde een premie op, die onder de zaagarbeiders werd verdeeld. Rekeneenheid was één portie, die gemiddeld 1 per week bedroeg. De raamzagers ontvingen drie porties, de voormannen van de cirkelzagen twee porties en de helpers en raamknechten één portie. Gemiddeld genoot de eerste groep dus 3, de tweede groep 2 en de laatste groep 1 toeslag op hun weekloon.100 In tabel 2 is ook een indicatie van de lonen in 1905 opgenomen. Behalve het basisloon en de premies maakten gratificaties en fooien deel uit van de verdiensten. Voor elke arbeider kwam het totale loon op een ander bedrag uit. Waar mogelijk heb ik wil lekeurig een van de mensen uit de betreffende functie genomen en het loon dat hij ontving teruggerekend naar een gemiddeld loon per dag in 1905. Uit de tabel blijkt dat in het algemeen de lonen na hantering van het premiestelsel zijn toegenomen. De machinisten en de raamzagers zijn er zelfs aanzienlijk op vooruit gegaan. In 1905 vernam Wibaut dat in het land het 'praatje' rondging dat houthandel Alberts slechte lonen uitbetaalde. 'Het is mogelijk dat ze er mij in het debat mee komen aandragen', schreef hij Ghijsen. Om zich gefundeerd te kunnen verweren, vroeg hij Ghijsen om een staatje van de lonen over 1904 die waren betaald aan hen die geen vol jaar hadden gewerkt. Kennelijk beschikte Wibaut zelf over alle andere

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 45