F.M. W1BAUT 53 komt naar voren als een overtuigd handelsman, die zijn socialistische uitgangspunten desondanks niet wilde verloochenen en zocht naar een manier om ze in te passen in zijn gedrag als ondernemer. Hoe rijmde Wibaut zijn socialistische sympathieën met zijn dagelijkse bezigheden in een kapitalistisch systeem? 'Werkgever te zijn, voor de belangen van aandeelhouders te zorgen, zooals deze dat verlangen en verwachten, en sociaaldemokraat, dat brengt in de kapitalistische maatschappij zijn eigenaardige bezwaren mede', schreef zijn vriend Vliegen naar aanleiding van Wibauts dubbele rol in het maatschappelijk leven. 'In ons land heeft het lot gewild dat een der allerinvloedrijkste sociaaldemokratische leiders, niet alleen uit die kring stamt, maar er nog jaren lang in bleef, toen hij al een der meest voorstaanstaande sociaaldemokraten was'.127 Wibaut redeneerde echter niet langs strikte lijnen die ideaal en praktijk met elkaar verbondenDat deed hij niet toen hij in de Amsterdamse gemeentepolitiek werkzaam was en dat had hij ook voordien als houthandelaar niet gedaan. Zijn wethouderschap riekte volgens sommigen naar reformisme, omdat hij samenwerking met andere partijen zocht.128 Zijn ondernemerschap plooide hij zodanig, dat hij zijn principes erin kwijt kon zonder het rendement van het bedrijf op het spel te zetten. Hij zette zich in voor optimale winstmogelijkheden van de houthandel en bereikte die via methoden, die hij telkens tegen het licht van zijn socialistische gedachtegoed hield. Wibauts visie op de verhouding tussen realiteit en idealisme en dus op zijn functi oneren als ondernemer die de socialistische beginselen was toegedaan, kwam voort uit één grondgedachte. Hij vatte maatschappelijke ontwikkeling op als een evoluti onair proces: er zou in de toekomst alleen nog vooruitgang zijn. Het grote ideaal, de neergang van het kapitalisme en de opkomst van de sociaal-democratie, zou stapje voor stapje bereikt moeten worden. In dat licht moet ook het onderscheid worden gezien dat hij graag hanteerde, namelijk tussen individuen en het (kapitalistische) systeem. Vanuit deze gedachte was het niet moeilijk om te blijven functioneren tus sen burgerlijk-kapitalistische mensen in een verkeerd systeem. De mensen kon je er niet op aankijken, het systeem wel. Zo gezien, behielden normen uit de burgerlijke maatschappij voor Wibaut hun geldigheid en kon hij, een socialist, als ondernemer functioneren in een kapitalistisch bestel. Hij toonde zich daarin een echte marxist, want volgens Marx miste de ondernemer elke autonomie en was hij slechts een me despeler in de geschiedenis, onderworpen aan de 'Wirkung des gesellschaftlichten Mechanismus, worin er nur ein Triebrad ist'.129 Wibaut heeft zich dikwijls rekenschap gegeven van zijn merkwaardige positie. In de al eerder aangehaalde voorrede bij de vertaling van de Fabian Essays zegt hij nagedacht te hebben over de vraag: 'zoo gij belijdt Socialist te zijn, moogt gij dan voortgaan een inkomen te verdienen in handel of nijverheid op kapitalistische grondslag, moogt gij blijven leven in uw stand en zoodoende voor u en uw gezin jaarlijkse eenige malen meer uitgeven dan een arbeidersgezin kan doen'. Zijn antwoord was volmondig: ja. Wat zou het anderen baten als hij dat niet zou doen? Een zo vérgaande toewijding aan zijn overtuiging zou een socialist meteen volkomen machteloos maken. Socialisten die voortgingen hun inkomen te verdienen uit de eigendomsverhoudingen in een verwerpelijk systeem, handelden volgens Wibaut uit zelfbehoud. Hoewel hij de mate van zelfverloochening en offervaardigheid als een strikt persoonlijke afweging van bezitters-socialisten beschouwde, vond hij niet dat zij moesten gaan leven in de even machteloze ellende als die van de minstbedeelden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 55