92 PRIJSVRAGEN Vindplaats Jury Juryrapporten Bekroning Publicatie Opmerkingen i: Experientia docet (inv.nr. 3, p. 249). j: als laatste antwoord een brief van Pieter Krijger uit Koudekerke (Schouwen), zonder motto; dit antwoord wordt niet in de beoor delingen genoemd (inv.nr. 3, p. 249). Motto a: hs. 4104; motto b: hs. 4106; motto c: hs. 4329 en hs. 4057; motto d: hs. 4129; motto e: hs. 4051; motto f: hs. 3965; motto g: hs. 4101; motto h: hs. 4128; motto i: hs. 4127 (bij dit laatste antwoord horen drie tekeningen van zeedijken en gereed schappen die bij het werken aan dijken worden gebruikt: inv.nrs. 100 en 101). De niet beoordeelde brief van P. Krijger is bewaard: hs. 4123. I. Winckelman, R. du Pon, J.J. de FreytagJ. Tjeenk, A.I. Hurgronje en de directeuren van het departement Amsterdam: C. Ploos van Amstel, J.J. Hartsinck, W. van der Meulen, P. Clokkener, P. Cramer, J.C. Radermacher en P. Hurgronje (inv.nr. 3, p. 249, 258-260). In hs. 4107 twee juryrapporten (geen namen van juryleden). In het eerste wordt antwoord onder motto b als het beste beoordeeld, antwoord onder motto a krijgt de tweede plaats en dat onder motto d wordt redelijk gevonden; de rest van de antwoorden vindt men onvoldoende. In het tweede juryrapport worden de antwoorden onder de motto's a, b, c en d gunstig beoordeeld, over de andere wordt geen standpunt bekendgemaakt. J. Dingmans vindt als advi seur antwoord onder motto b het beste (hs. 3553). E C. Meuschen geeft zijn visie in inv.nr. 60, f. 31 en 32 hoewel hij niet in de jury was benoemd. 1771B. Nebbens te Middelburg, goud, motto b (inv.nr. 3, p. 282, 306); C. de Kanter te Zierikzee, zilver, motto d (inv.nr. 3, p. 289, 306); B. Renou te Zierikzee, zilver, motto a, postuum uitgereikt (inv.nr. 3, p. 288, 306; inv.nr. 60, f. 34 en 95). Verhandelingen ZGW1773, III, p. 1-60, 61-98; 99-132. De bekroning heeft uitsluitend betrekking op het eerste deel van de vraagstelling. Het tweede deel is niet voldoende beantwoord en zal nogmaals als prijsvraag worden gepubliceerd (inv.nr. 3, p. 277- 278). Zie hiervoor prijsvraag 4. In de Verhandelingen 1789, XII, tweede stuk: 'Beredeneerd register' worden deze prijsverhandelingen besproken op p. 140-142. Hs. 4122 bevat anoniem commentaar op de vraagstelling van de prijsvraag en geeft ook een heel kort antwoord op de vraag onder het motto: Al wat wemelt is niet stil. Weet ik niet veel, goet is mijn wil. De antwoorden en juryrappor ten worden aan A.I. Hurgronje voorgelegd. Hij is secretaris van de Rekenkamer van Zeeland en kan 's lands inspecteurs en andere deskundigen om advies vragen (inv.nr. 3, p. 259-260,279-280). De directeuren van het departement Amsterdam hebben laten weten zich niet ter zake kundig te achten en daarom geen juryrapport in te sturen (inv.nr. 3, p. 264-265). Inv.nr. 59, p. 241-261 geeft commentaar op deze prijsvraag en op de prijsvragen nrs. 4 en 5, onder motto 'Liefde en iever'. In ZA, ArchiefVan de Perre/Schorer,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2002 | | pagina 94