98 ZEEUWSE PREDIKANTEN 43 Van der Linde, Suikerheren, 166. Vgl. Jaap Jacobs, Een zegenrijk gewest. Nieuw- Nederland in de zeventiende eeuw, Amsterdam 1999, 266-274 en Willem Frijhoff, Wegen van Evert Willemsz. Een Hollands weeskind op zoek naar zichzelf 1607-1647, Nijmegen 1995, 765-779. 44 David M. Goldenberg, The Curse of Ham. Race and slavery in early Judaism, Christianity and Islam, Princeton and Oxford 2003, 187-193 en 195-200. 45 M. van der Bijl, Idee en interest. Voorgeschiedenis, verloop en achtergronden van de politie ke twisten in Zeeland, en vooral Middelburg tussen 1702 en 1715, Groningen 1981, 216 en 217, noot 58; vgl. o.a. Schutte, Calvinistisch Nederland, 43 en 217 noot 67. 46 Van der Bijl, Idee en interest, 402v. (noot 57 over Smytegelt, noot 58 over Pieter de la Rue Jr. en diens Cham-interpretatie). 47 Gargon, Catechismus, 725- 48 Benjamin Schmidt, Innocence Abroad. The Dutch Imagination and The New World, 1570-1670, Cambridge USA 2001. 49 Vooral Geestelyck Roer, fob 56-61 en 140-146 zijn hier van belang ter vergelijking met zijn tractaat op fol. 181-184. 50 Van der Linde, Suikerheren, 79. 51 Zie de gepubliceerde tekst in DZOK10 (2003) 1, 39. 52 Picardt, Korte beschrijvinge9v.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 100