EUROPESE VISIES OP WEST-AFRIKANEN
109
namelijk V est tout ce que I' on pourm.it dire s' il êtaitprouvé que les Nègres ne fus-
sent pas doués d' intelligence, mais il ne leur manque rien a eet égard pour égaler les
Européens, dés quon leur clonnera la même culture.Het geloof dat de cultuur de
determinerende factor was voor het verschil tussen zwarten en Europeanen was
niet ongewoon binnen de monogenetische strekking. Deze denkrichting geloofde
dat de natuurlijke conditie van de mens blank was, maar dat door nefaste omge
vingsfactoren sommige volkeren hun blanke huidkleur verloren. Buffon was een
belangrijk figuur binnen deze denkrichting. Volgens Buffon zou de huidige con
ditie van de minderwaardige volkeren kunnen verholpen worden door een beter
klimaat, een Franse voeding en een Europese opvoeding. Het monogenisme leid
de tot de overtuiging dat de ware humaniteit enkel kon gevonden worden bij vol
keren die leefden tussen de Kaukasus en Parijs.
De vraag stelt zich weliswaar naar de draagwijdte van de wetenschappelijke bena
dering. Op die vraag kunnen we een antwoord suggereren aan de hand van een
casus. In 1646 publiceerde Thomas Browne Enquiries into Vulgar and Common
Errorswaarin hij de problematiek van de zwarte huidkleur op een wetenschappe
lijke manier trachtte te benaderen. Hij ontkrachtte de theorie die de zwarte huid
kleur associeerde met het hete klimaat en stipte biologische verklaringsfactoren
aan. De tijd was weliswaar nog niet rijp om deze visie verder uit te bouwen. Zelfs
tegen het einde van de achttiende eeuw viel men nog terug op de traditionele bij
belse verklaring. In 1772 schreef Granville Sharp, gekend als de verlichte vriend
van de zwarten in Londen, 'I had always supposed that Black Men in general were
descended from Cush.w Dit voorbeeld doet ons dus vermoeden dat de weten
schappelijke benadering van deze oude kwestie niet op grote schaal werd toege
past. Dit verklaart waarom we de wetenschappelijke component van de tijdsgeest
weinig terug vinden in de reisverhalen.
De West-Afrikaanse samenleving als een spiegel van de Europese
Het referentiekader van de eigen tijdsgeest manifesteert zich niet alleen in de hou
ding tegenover de andere cultuur. Ze kan zich ook op een andere manier reflecte
ren in de beeldvorming over de andere'. In de selectie van aspecten van de ande
re en de andere cultuur die de auteur beschrijft, kan men immers ook de invloed
van de tijdsgeest onderkennen. De aspecten die men opneemt in de beschrijvin
gen zijn bepaald door de eigen categorieën. Men vergelijkt dus de andere' met
zichzelf en beschrijft hem vanuit dit perspectief. De beschrijvingen van de socio-
politieke structuren van de West-Afrikaanse volkeren komt bij veel auteurs van
zeventiende- en achttiende-eeuwse reisverhalen aan bod. Over dit aspect vinden
we soms lange fragmenten die louter descriptief zijn. Het feit dat veel auteurs voor
deze aspecten aandacht hadden, duidt op de weerspiegeling van de eigen cultuur
in de beschrijving van de vreemde cultuur. Inderdaad brachten de zeventiende en
de achttiende eeuw veel politieke denkers voort, die nieuwe rechts- en staatsideeën
uitwerkten als antwoord op de gewijzigde toestand van Europa vanaf het midden
van de vijftiende eeuw. Een fragment van Willem Bosman, waarin hij de sterke
differentiatie die de samenleving aan de Goudkust kenmerkt, beschrijft, is een
voorbeeld van de aandacht die de auteurs besteden aan maatschappelijke instituties.
"Vijf Graden of Trappen heb ik onder de Negers aangemerkt: als eerste lijk haar
Koningen of Capiteyns Ten tweedende Caboceros of Hoofd-luyden..., om voor 't