110
EUROPESE VISIES OP WEST-AFRIKANEN
welzijn van haar Stad, of Dorp, zorge te dragen, en de ontstane geschillen te slegten.
De derde zijn de gene, welke zig zeiven door haar eygen Rykdom, 'tgeen haar door ver
sterf of welden Koophandel aangekomen is, een groten naam hebben gemaakt. De
Vierde Stand zijn de Gemeene-man, als Wyn-Boeren, Vissers, Landbouwers, etc. 't
Vyfde, of laatste, zijn de Slaven, door armoede daar toe vervallen, of door haar
Vrienden verkogt, of ook wel in den Oorlog gevangen.A:
Olfert Dappers beschrijving van de politieke organisatie en het rechtssysteem van
het koninkrijk Arder aan de Slavenkust, is een ander voorbeeld, van hoe het poli
tieke aspect van de West-Afrikaanse culturen wordt belicht.
'De Koning van Arder gebiet met een volkomen maght, en groot ontzagh over zijne
landen, en voert na 's lants wijze een prachtigen staet van kleding, en dienaers. Hy
wort van zijne onderdanen met grote eerbiedigheit bejegent, maekt edelen en hooft-
luiden, en straft de misdadigen, zonder tegenspreken van iemant. Ieder dorp, als
Iakkijn en Ba, wort bestiert door eenen Fidalgo of edelman, int 's Konings name, die
den Ingezetenen een grote tol, met bevel des Konings afvordert. "Hl
Ook de economische activiteiten van de West-Afrikaanse samenlevingen kwamen
uitgebreid aan bod in de reisverhalen, zonder dat daaruit een houding tegenover
de West-Afrikanen kon worden afgelezen. Opnieuw is hier de optekening van de
economische structuren, waarbij bijna uitsluitend de handel wordt belicht, een
zoeken naar de eigen categorieën in de andere cultuur. De handel was immers in
het zeventiende- en achttiende-eeuwse 'Europa1 een uiterst belangrijke economi
sche sector. Evenzeer speelde het eigenbelang, gezien handel drijven het hoofddoel
was van de Europese vaarten op West-Afrika. De Europeanen hadden er dus
belang bij zich te informeren over de handelssituatie ter plaatse. Olfert Dappers
beschrijving van de handelswaren in Benin getuigt hiervan: "katoenen Ideetjes,
gelijk in Rio Lagos by Kur amo, jaspis-steen, slaven, (doch geen andere dan vrouwen,
want mans-perzonen willenze niet uit het lant laten trekken), luiperts-vellen, eenigh
peper, en akori, het welk zeker blaeuachtig korael is, ...De Ideetjes, Mouponoqua by
d'imvoenders en by de blanken Benijnsche kleden genaemt, zijn gemaekt van katoene
garen, heel blaeu, of gestreept met wit en blaeu: groot vier banden, en langh twee ellen
en een halve, en twee ellen en drie vierendeel: en breet schaers twee ellen. Daer zijn ook
kleine kleden, die de drie een kleet doen, en Ambasis by hen genoemt worden. 'K
Besluit
Bij de Europese beeldvorming over de West-Afrikanen traden bepaalde algemene
mechanismen in werking. Men zoekt naar kenmerken die typerend zijn voor de
eigen samenleving bij de beschrijving van de andere cultuur. Die etnocentrische
beeldvorming over West-Afrikanen was in de reisverhalen duidelijk aanwezig.
Op verschillende manieren weerspiegelt zich ook de tijdsgeest in de etnografische
fragmenten van de reisverhalen. De tijdsgeest of het referentiekader van de auteur
werd enerzijds gevormd door kennis van en oordelen over West-Afrika en zijn
bewoners die al lang bestonden. Het primitivisme, exotisme en het christelijke
geloof waren determinerende factoren in de etnocentrische beschrijvingen van de
West-Afrikanen. Die determinanten maakten deel uit van een bestaand Europees
discours over de 'andere. De beeldvorming over West-Afrikanen was hierop slechts