I.ORRENDRAAIERS 9 delsmonopolie voornamelijk door retour- en slavenschepen moest geschieden. Voor de kustbewaking werden zelfs kano's ingezet. Illustratief daarvoor was een gedicht dat de dichter en arts Willem Godschalck van Focquenbroch in 1669 schreef toen hij kort daarvoor in compagniedienst was getreden en in de functie van fiscaal te Elmina belast was met de vervolging van lorrendraaiers. Zijn gedicht: 'Gedachten, gehouden in een kano op zee', opent als volgt: Al zittende in een holle boom, Bezwangert met een troep soldaten, En met elf zwarte Potentaten, Gaat Fok vast dobberen langs de stroom. Om zekre Zeeusche karavelle, Die hier voor lorrendrajer speelt, En 's Kompagnies octroy besteelt, Te ga vermeestren, en beknellen. Zo Loop hy, en gevaar van zee, En dat van koegels, en muskwetten, Die meenig styve kop verpletten, En schwinkels smakken uit hun stee. In de daaropvolgende coupletten raakt hij in gedachten verzonken en mijmert over zijn bestaan in Afrika. Ruw ontwaakt hij uit zijn dromen als een van de soldaten een zeil in zicht krijgt en hij eindigt zijn gedicht met de volgende coupletten: 't Geen my zal dwingen nu te enden. Om met het schip Zeelandia, Daar ik zo straks in stappen ga, De steven zee waard in te wenden. Vermids dat wy de karavel, Van verre diep in zee beöogen, Die 'k ivensch dat we attrapeeren mogen, Om hem te brengen in de knel. Adieu dan vriend Wij gaan laveeren, En veetren 't Zeeuwtje naer zyn vleis, De hemel geef hem ons tot prys, En u al wat gy kund begeer en. 13 Naast gedichten zijn ook verscheidene brieven van Van Focquenbroch gepubli ceerd. In een daarvan, die hij aan een vriend in patria schreef, meldde hij de ont moeting met drie Zeeuwse lorrendraaiers waarop tevergeefs jacht werd gemaakt.14 Dat vooral Zeeuwse kooplieden, en in het bijzonder die uit Vlissingen, zich met de smokkelhandel op West-Afrika hebben ingelaten, is wel verklaarbaar. Zij had den vanouds veel handelsbelangen in het Atlantisch zeegebied. Sommigen ver wierven daar zogenoemde West-Indische patroonschappen, waarbij de WIC de kolonisatie van bepaalde streken geheel of gedeeltelijk in handen gaf van particu-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 11