DAVID HENRI GALLANDAT 125 (426) Indien men aanmerkt, dat door denfla- venhandel een groot getal nuttige menfchen in 't leven behouden wordendat de fla- ven een veel beter leven in onze Ameri- caanfche landen hebben dan in hun va derland dat het voordeelig is voor de ne gervolkeren,dat hunne misdadigers door de zen handel voor altoos weg gevoerd wor den; en indien men daar en boven gade flaat de voordeelenwelke daar uit fprui- ten voor onze Americaanfche volksplan tingen alwaar de negers tot den landbouw veel bekwaamer zyn dan de blanken of de Americaanenzal men moeten bekennen dat het voordeel, 't welk daar uit voort komt zoo wel voor de negervolkeren als voor de Havenvoor de kooplieden in 't algemeen, en voor de volksplantingen in 't byzonderde ongevoeglykheden of alle an dere tegenwerpingenwelke men te berde zoude kunnen brengenverre te boven gaat. Waar uit ik befluite dat deze handelzon der kwetzinge van 't gewetenkan en mag voortgezet worden. En waarom zoude men denzelven niet voor goed keurenzoo wel als andere zaken welke gene betere ver- fchooninge hebben? Onder alle de zeefteeden van ons Ne derland is 'er gene waar van de kooplie den zig meer daar op toeleggen om fche- pen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 127