DAVID HENRI GALLANDAT 129 C 430 fchryvers niets gelezen waar door hy die Vereischte kundigheid kan verkregen heb ben. 't Is niet dan door de oeffening dat hy daar van een zekere kennis en hebbe- lykheid kan verkrygendus loopt hy ge vaar om door de list der neger-kooplieden bedrogen te wordenwyl deze, als fchran- dere en doorliepen handelaaren, alle mo- gelyke kunftenaryen in 't werk ftellen om ae gebreken der flaven te verbloemen en te bedekken. Niets kan, myns bedunkens voor den heelmeefter onaangenamer zyn dan in 't vervolg te ontdekken dat hy zig door de neger-koopliedenof zyne eigene onoplettenheidheeft laten bedriegenen 't geen deze onaangenaamheid noch meer bezwaardisdat ny niet zelden de hart- grievendfte verwytingen van de fcheeps- officieren moet aanhooren, welke dan ook dikwyls een ergwaan wegens zyne verdere kundigheid plegen op te vatten. 't Is dierhalven ten hoogften noodig dat de fcheeps-heelmeefters (de andere fcheeps- officieren niet uitgezonderd welke fom- tyds ook verplicht zyn, by afwezenheid van den heelmeefter, dit werk te verrich ten om de vifitatie der flaven met alle mo- gelyke oplettenheid in 't werk te ftellen en in ftaat te zyn het vereischte rapport daar van te doenop dat de kooper niet bedro gen-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 131