DAVID HENRI GALLANDAT 133 C 434 hy 'er door zien kan. Deze proef moet aan beide de oogen genomen worden. By gebrek van deze oplettenheid loopt men gevaar om een flaaf te koopen, welke maar door één oog zien kan (e)en dit wordt dan maar eerst ontdekt wanneer men den flaaf in America wil verkoopenalwaar hy op nieuws wordt gevifiteert door eenen heel meefter, welke door de dagelykfche oeffe- ning, aangaande dit onderzoek, meer op lettenheid en kundigheid heeft verkregen. 3. op de fpraak en het gehoor van den flaaf. Men zal licht begrypen, dat een domme of doove flaaf weinig of geen geld waard is, en dat het zeer onaangenaam en fchadelyk zoo wel voor den heelmeefter als voor den bevelhebber, zoude zyn, indien deze het ongeluk had een flaaf te koopen die beide ftom en doof was 't is echter niet zonder voorbeeld. De heelmeefter moet dan ook op deze ongemakken by de vifitatie eene byzondere acht geven. Hy moet noodza- kelyk den flaaf hooren fpreken, en teffens opmerkenof de koopman ook verplicht is hard te fchreeuwen, om denzei ven te doen fprèken. Ik heb 't geval ontmoet dat ik een ftommen flaaf, welke door een koop man aangebracht wierdt, moest viflteeren, en Ce) Ik zoude hier voorbeelden kunnen byvocgen waar uit blyken zoude dat zulks meermalen is gefchiedt, doch achte het onnoodig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 135