140
DAVID HENRI GAI.LANDAT
441
kinderen te bergendewelke lucht ont-
fangeneensdeels door 4. luchtpoortjes (die
doorgaans zoo klein zyn dat 'er weinig lucht
door komten daar en boven is men ge
noodzaakt dczelven te fluiten wanneer het
maar eene tamelyke koelte waayt); en an-
derendeels door het achterluik, waarover
's nachts altoos een roofter legt. De lucht
wordt grootelyks belet door een vaste hou-
te tent, welke boven de fchans gemaakt
wordtfchoon 'er ook in 't midden van de
ze tent een luik is't welk recht boven dat
van de fchans legt.
Indien men daar en boven aanmerkt, dat
de mans flaven met yzers of boeyen aan
een gekoppeld zyn; dat de flaven in 't al
gemeen maar tweemaal op een dag gefpyst
worden, des voormiddags met gort, en
's namiddags met paardeboonenof den
eenen dag met paardeboonen en den ande
ren dag met gorten dat zy niets dan wa
ter te drinken krygenzal men gemakke-
lyk kunnen begrypen dat het zeer be-
zwaarlyk is, een armazoen flaven, in een
goeden ftaatnaar America over te voeren. 1
De dagelykfche ondervindinge leertdat
men dikwils het geluk heeft om de flaven
in een goeden Haat over te brengenwan
neer men de noodige zorgen om ze wel te
behandelen in acht neemt en zy leert
Ee 5 ook