C 445
144
DAVID HENRI GALLANDAT
betrekken, om 'er de verkwikking van een
frisfe lucht en aangenaamen reuk te genie
ten.
2. De tweede zaak, waar op men be
hoort acht te gevenisom het fchip en
de ilaven rein en zindelyk te houden. Wyl
de morsfigheid verfcheiden kwaaien kan
voortbrengen,is 't van de uiterfte noodzaa-
kelykheidaan boord van eenflavenfchip,
alwaar een groot getal morsfige menfchen
in een zeer naauw begrip by den anderen
vergaderd is, de zindelykheid te betrach
ten. Het bovenfchip moet noodzaakelyk
alle dag gefchrobt en gefpoeld wordende
legerplaatfen der Haven moeten ook alle
dag gereinigd worden. Daar en boven moet
het tusfchendek en de fchans tweemaal
's weeks gefchuurd en fchoon gemaakt wor
den. Tot dit werk worden met voordeel
gebruikt de Haven, welke eenige dispojitie
tot het fcheurbuik hebben, die gemeenelyk
malingen genoemd worden, wyl de bewe
ging voor de zulken zeer nuttig is om den
voortgang dier kwaaie te beletten. Men
begint met fchoonrnaken 's morgens ten
tien uuren, om 's middags klaar te hebben,
op dat de vochtigheid voor den nacht weder
uitkome. 't Is dan ook zeer dienftig dat men
buskruid in brand fteektrookingen en be-
fpriengngen met azyn of limoenzap in't werk