C 448
DAVID HENRI GALLANDAT
147
op de kusten van Africa bevindtvoor de
flaven verversfmg koopt, als mïlhio, yams
potatos, pifang, en vooral limoenen, zoo
om ze langzamerhand aan de paardeboo-
nen en fcheepsgort te doen gewennen, als om
het fcheurbuik en andere kwaaien voor te
komenen inzonderheid moet dit niet na
gelaten wordenwanneer men genoodzaakt
is de Haven langen tyd aan fcheepsboord
te houden, eer men den overtocht naar
America onderneemt.
4. De vierde zaakwaar op men behoort
acht te gevenis op 't water. De dage-
lykfche ondervindinge leert, dat het wa
ter, 't welk men uit het Vaderland mede
voertna verloop van eenige weken aan het
bederven raaktwaar door bet een zeer on-
aangenaamen reuk verkrygt. Deze kwade
hoedanigheid welke door het verrotten
van infect en wordt voortgebracht blyft
niet altyd voortduuren't water wordt we
derom goeddoch maar voor eenigen tyd
het raakt op nieuw aan het ftinken door de
verrotting van andere wormtjes, en daar
na wordt het wederom goed.- Deze veran
dering door fommigen ziekte van 't water
genoemd, gefchiedt fomtyds drie of vier-
maalen op de reisdoch op het laatfte blyft
het altyd zoo goed dat men 'er op de kus
ten van Africa geen beter kan bekomen.
Maar