DAVID HENRI GALLANDAT 151 452 onaangenaam wordt om te drinken. Het zelfde oogmerk bereikt men ookals men eenige ftukken kalmuswortel in het water doet. 5. De vyfde zaakwaar opmenbehoort acht te geveniszorge te dragen dat 'er katten aan boord zyn. Schoon dit van weinig belang fchynt te zynben ik ech ter van oordeel, dat deze inachtneming een zaak van gewicht isen dat zy bygevolg de aanmerking zoo wel van de heelmees- ters als van de bevelhebbers verdient. In dien men in aanmerking neemt,dat men op de Haven- en andere fchepen dikwils door rotten en muizen geplaagd wordten dat de katten de beste behoedmiddelen daar te gen zyn, zal men dit niet te gering ach ten. In der daad, hoe dikwils gebeurt het niet dat de rotten en muizen de fcheeps- lieden in levensgevaar brengen met het doorbyten van de victualie- en watervaten? Ja, het gebeurt fomtyds, dat de fchepe- lingen zelfs door dit ongedierte worden aan gerand, waar van men een zeer aanmer- kelyk voorbeeld vindt aangetekend in de befchryvinge van Commandeur anson's reize naar de Zuidzeewaar in (1) gemeld wordt, dat het geen den ongelulddgen toe- Hand van het fcheepsvolk grootelyks ver- meer- co pag. ra. 105.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 153