168
JAARVERSLAGEN 2004
Jaarverslag over 2004 van de Coördinatiecommissie
Verzamelingen
In het verslagjaar trad de heer F.A.D. van Nieulande uit de Coördinatiecommissie
verzamelingen, waarvan hij vanaf de instelling in 1999 lid was. Volgend jaar hopen
we een opvolger te kunnen benoemen, zodat de commissie weer uit vijf leden
bestaat. Gelet op gelijktijdig aantreden van vier leden van de commissie was er een
rooster van aftreden gemaakt. De commissie kwam in 2004 zesmaal bijeen. Vanuit
de Coördinatiecommissie werd ook deelgenomen aan de heidag van het bestuur
op 13 februari, waar de verzamelingen een belangrijk onderwerp van gesprek
vormde. De voorjaars- en najaarsvergaderingen van de conservatoren vonden
plaats op 24 april en 20 november. Op de voorjaarsvergadering, die vooral in het
teken stond van het huishoudelijk reglement en het vademecum voor de
Coördinatiecommissie en de conservatoren, was tevens een vertegenwoordiging
van het bestuur aanwezig. In 2004 werden beide stukken door respectievelijk de
algemene ledenvergadering en het bestuur vastgesteld. Het aantal conservatoren
werd met twee uitgebreid. Voor het vacante conservatorschap Natuurhistorische
voorwerpen, fossiele botten werden in de ledenvergadering van december
benoemd de heer A.P. Goetheer als conservator fossiele landzoogdieren en de heer
M.E.J. Bosselaers als conservator fossiele zeezoogdieren. Vanwege deze vacature
werd dit jaar assistentie verleend bij het organiseren van de jaarlijkse fossiele-bot-
tentocht op de Westerschelde. Op de ledenvergadering van december hield
mevrouw dr. J.C. Dekker een voordracht over de collectie streekdrachten van het
Genootschap.
Het vorig jaar aangekondigde onderzoek naar de plaatsing van (delen van) de col
lectie onder de Wet Behoud Cultuurbezit (WBC) is dit jaar van start gegaan. Op
21 januari was er een presentatie voor een delegatie van de WBC-Commissie van
de landelijke Raad voor Cultuur, waarin na een korte schets van het Genootschap
vooral de twee sporen van het Genootschapsverzamelen, te weten het achttiende-
eeuwse verzamelen in de breedte en het negentiende-eeuwse accent op het
Zeeuws-eigene, werden toegelicht. In de vergadering van 5 april van de voltallige
WBC-commissie te Den Haag werd het belang onderschreven van de collectie van
het Genootschap, in het bijzonder omdat daarin zowel het verzamelen in de tra
ditie van de Verlichting als dat naar het ideaal van de Romantiek nog zijn ver
tegenwoordigd en bovendien de verzameling topstukken omvat die van belang
zijn voor het Nederlands cultureel erfgoed. Besloten werd dat delen van de collec
tie voor plaatsing in aanmerking komen. Vervolgens verzocht de WBC-commissie
het Genootschap van elk van de beide sporen circa vijftig objecten aan te wijzen
die daarvan een representatief beeld geven en tevens een overzicht te maken van
ongeveer tien topstukken per afdeling die als onvervangbaar voor het Nederlands
erfgoed kunnen worden aangemerkt. Het onderzoek hiernaar, met behulp van de
conservatoren, zal in 2005 kunnen worden voltooid. Ten behoeve daarvan is door
mevrouw drs. C.E. Heyning de in het begin van de negentiende eeuw gemaakte
lijst van aanwinsten door Lafont in de computer ingevoerd.
Verder vroegen dit jaar de afwikkeling van de hernieuwde bruikleenovereenkom-