30
LORREN DRAAIERS
ervan toch aan sterke schommelingen onderhevig. Tijdens oorlogen, zoals de
Hollandse Oorlog (1672-1678) en de Negenjarige Oorlog (1688-1697), legden
veel Zeeuwse kooplieden zich toe op de kaapvaart. In die jaren zien we een afna
me van het aantal uitredingen van smokkelschepen. Om tot een nauwkeurige
schatting van het aantal zeventiende-eeuwse smokkelaars te komen, is een perio
disering aangebracht. Tussen 1674 en 1685 heeft een relatief gering aantal lorren-
draaiers het octrooi van de Compagnie ontdoken. Door het opsporingsbeleid van
de Zeeuwse kamer weken belanghebbenden uit naar het buitenland en lieten hun
schepen onder vreemde vlag varen. Volgens schatting werden gedurende die peri
ode jaarlijks acht tot tien smokkelschepen voor de illegale goederen- en slaven
handel op West-Afrika uitgerust. In de daaropvolgende jaren, tot aan het uitbre
ken van de Negenjarige Oorlog, nam dit aantal geleidelijk aan toe tot circa vijftien
tot twintig smokkelschepen per jaar. Vervolgens schakelden veel Zeeuwse reders
tijdens de oorlog over op de kaapvaart en nam het aantal lorrendraaiers af naar
ruim een dozijn per jaar." Na beëindiging van de oorlog leefde de smokkelhandel
op West-Afrika sterk op en werden er gemiddeld 25 tot 30 schepen per jaar uit
gerust.
Hieruit volgt dat er gedurende het laatst kwart van de zeventiende eeuw tussen de
320 en 350 smokkelschepen in de Republiek voor de smokkelhandel op West-
Afrika zijn uitgereed. Daarvan zijn er 277 getraceerd. Van de getraceerde smok-
kelreizen hadden 229 schepen een Zeeuwse thuishaven, wat overeenkomt met
bijna 83 procent (82,7%). Dit percentage zal in werkelijkheid lager gelegen heb
ben, omdat de uitreding van smokkelschepen in Hollandse havensteden met meer
geheimzinnigheid gepaard ging. We kunnen stellen dat ruim driekwart van alle
lorrendraaiers uit het Zeeuwse gewest afkomstig was en dat Vlissingen daarbij het
centrum vormde. Want 61 procent van alle getraceerde Zeeuwse smokkelschepen
had de Scheldestad als thuishaven, ongeveer negentien procent was uit
Middelburg afkomstig en van de overige Zeeuwse schepen was de herkomst onbe
kend of hadden de lorrendraaiers een andere Zeeuwse plaats van uitreding.100
Grafiek 1: Getraceerde smokkelreizen, 1674-1699
40
30
Bron: Gegevens bijlage