46 LORRENDRAAIERS 105 NA, NW1C 97, J. van Sevenhuijsen aan Heren X, 8 mei 1699. De Constabel of scheepsartilleriemeester, had als (onder)officier de leiding over de manschappen die het scheepsgeschut bedienden. 106 Kors, Lorrendraaien in het vaarwater van de Westindische Compagnietabel 5 en bijlage X; Y. Delepeleaire, Nederlands Elmina; een socio-economische analyse van de Tweede Westindische Compagnie in West-Afrika in 1715Niet gepubliceerde doctoraalscriptie, Universiteit Gent, 2004, tabel 14.2. 107 Bosman, Nauwkeurige beschryving, deel I, 88-89. Bosman schreef verder dat de Afrikanen hun goud Voor het meerendeel aan boord' van Engelse en Zeeuwse lorren- draaiers verhandelden. Deel I, 5; J.M. Postma, 'West African Exports and the Dutch West India Company, 1675-1731', Economisch en Sociaal Historisch Jaarboek 36 1973), 60. 108 Postma, 'West African Exports and the Dutch West India Company, 63. 109 Amsterdamsche Courant, 30 januari 1700, Het schip van Jacob Zuijlen vervoerde een lading van 22.000 pond ivoor 11.000 pond was en 100.000 pond suiker; Oprechte Haerlemse Courant, 30 juli 1700, De Zeeuwse smokkelschepen Vriendschap en Galei importeerden in 1700 samen 220 mark goud en 23.000 pond ivoor. 110 A. Weindl, 'Die Kurbrandenburger im 'Atlantischen System", 1659-1720. In: Arbeitspapiere zur Lateinamerikaforschung, onder redactie van J. von Rümker en W. Bauchhens. Köln 2001, 24. 111 Schück, Brandenburg-Preussens, deel I, 276, deel II, 503-505 en 558-559; Jones, Brandenburg Sources, 211-212 en 307-308. 112 H.P. Winkelman, Geschiedkundige plaatsbeschrijving van Vlissingen. Vlissingen 1873, 169. 113 Schück, Brandenburg-Preussens, deel II, 504. Volgens de verklaring van Hamet Mansor Ibrahim, de prins van Arguin, waren beide Zeeuwse lorrendraaiers (met een laadver mogen van 115 en 70 last) met gom volgeladen. 114 Prevost, Historische Beschryving der Reizendeel IV, 414: Jones, Brandeburg Sources, 17. 115 Amsterdamsche Courant13 februari 1698. 116 W.S. Unger, 'Bijdragen tot de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel, I. Beknopt overzicht van de Nederlandse slavenhandel in het algemeen', Economisch- Historisch Jaarboek 26 (1956), 139, 147-150; Den Heijer, Goud, ivoor en slaven, 29. 117 NA, SG 5769, W1C aan Staten-Generaal, 6 augustus 1676; NA, SG 5770, WIC aan Staten-Generaal, 21 maart 1679. 118 Van Dantzig, Het Nederlandse aandeel, 78; Den Heijer, Goud, ivoor en slaven, 276-277. 119 Stadtarchiv Emden (SA) Duitsland, Protokoll XIII, Briefboek V, 26 juni en 3 juli 1694; Acta I, Convolut W, 13 juli 1699, nr. 3- De verdragen tussen de BAC en Zeeuwse smokkelaars werden op 16 juni 1692, 26 november 1697 en 27 maart 1698 afgesloten; Jones, Brandenburg Sources, 165. 120 Geheimes Staatsarchiv PreuSischer Kulturbesitz, Berlijn. 1 Haupt Abteilung, Repositur 65: Marine und Afrikanische Kompanie-Sachen 173, notariële akten, 27 augustus en 26 november 1697. De Zeeuwse reders waren Michiel Verrunne, Adriaan de Labistrate en Leendert van Sonsbeeck. De contracten waren afgesloten voor de smokkelschepen Olijftack, Jonge Bogaert, Anna en Dolphijn. 121 Binder, 'Die Zeelandische Kaperfahrt', 53. 122 W. Klooster, 'Slavenvaart op Spaanse kusten. De Nederlandse slavenhandel met Spaans Amerika, 1648-1701', Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 16 nr. 2 (1997), 127-133. 123 Postma, The Dutch in the Atlantic slave trade, 81, 110 en tabel 5.1. 124 Postma, A Reassessment of the Dutch Atlantic Slave Trade', 124-125, 136, tabel 5-5 en 5.7. 125 W. Klooster, Illicit Riches. Dutch Trade in the Caribbean, 1648-1795- Leiden 1998, 109, 117-118. 126 Van Dantzig, Het Nederlandse aandeel, 108; Den Heijer, Goud, ivoor en slaven, 280.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2005 | | pagina 48