ZEEUWSE SLAVEN- EN GUINEAHANDEL
Tabel II: Rendement van de rederij Van den Bogaerde, 1616-1617
67
1616
- de Engel Gabriël
vergaan op de rede van Texel
- de Griffioen
5, 35
1617
- de Griffioen
35
- de Bogaerde
14, 8
- de Pellicaen
4, 3
Over de tweede tocht van de Griffioen zijn we beter ingelicht.29 Onder leiding van
schipper Dierick Colenaer ankerde het schip na ruim vijf maanden op de rede van
Rammekens. Het meest winstgevend deel van de retourlading was goud, dat bij
verkoop bijna 40.0000 gulden opbracht. Merkwaardig, maar niet uitzonderlijk,
was de notitie 'voor montcosten van 6 mannen voor Schoonhoven...' en 'voor
montcosten van 3 man voor Papenbroeck.Deze negen 'mannen had de
Griffioen opgepikt aan de Guinese kust. We hebben een sterk vermoeden dat zij
geen Hollandse of Zeeuwse zeelieden waren, maar zwarte slaven, te meer omdat ze
bij de lading werden vermeld en niet bij de uitredingskosten. De voornaamste
klant voor deze slaven, Gerrit (Geraert) van Schoonhoven, investeerde geregeld in
de Afrikahandel en kwam ook uit Antwerpen. Vanaf eind zestiende eeuw woonde
hij vervolgens in Middelburg. Volgens O. Gelderblom verhuisde hij rond 1613
naar Amsterdam.50
Bij de expedities van de Pellicaen en de Bogaerde in 1617 troffen we geen sporen
aan van mogelijk slaventransport. De ladingen van deze Guineavaarders beston
den voornamelijk uit olifantstanden, greyn (staartpeper), amber en kleine hoe
veelheden goud.51 In september 1617 sloot Gaspar Grevenraet de rekeningen van
de rederij met de verkoop van de Bogaerde}1 Of de handel op Guinea door de Van
den Bogaerdes met andere partners werd voortgezet is ons onbekend. Wel ver
keerde Grevenraet in financiële problemen en werd hij bijna bankroet verklaard in
1618.55 We denken echter niet dat zijn participatie aan deze rederij de oorzaak was
van zijn economische moeilijkheden.
De Brugse connectie
Tijdens de late zeventiende eeuw poogden een handvol Brugse kooplieden enkele
schepen uit te rusten naar de kusten van Guinea. Over deze episode is de infor
matie schaars en vonden we geen aanwijsbare connecties met Zeeland. Nochtans
is de kans zeer reëel dat deze reizen georganiseerd werden met Zeeuwse deelname,
omdat het in de toenmalige Spaanse Nederlanden aan de kennis en ervaring ont
brak in deze handelsrichting.
Slechts over twee Brugse expedities is iets bekend omdat ze faliekant afliepen. In
1687 equipeerden Jan (Jean) Roussel, D. Ruebens en Jan Baptiste Vleys de
Pellicaen naar Guinea en Sao Tomé om er voornamelijk goud en ivoor aan te schaf
fen.51 Op de heenreis werd het schip aangehouden nabij het Brandenburgse fort