98
ECONOMISCH DEBA
ten voorspoed, van eenen voorspoed welke zij zoo lang hebben gemisc, en waai
van de kennis bij het meerendeel van het thans levend geslacht, slechts in de over
levering der vaderen bestaat'.68 Frederik Nagtglas, in wiens werk de spoorweg eei
terugkerend thema was, deelde dit optimisme en dichtte:
Thans is ieder opgetogen
Nu het spoedig waarheid wordt.
Dat het weldoend stoomvermogen
Ook door Walchrens beemden snort.
En zijn spoed
Loven doet.
Schoone stad, die wij beminnen,
Ieder juicht met gulle zinnen
En stemt mee in 't blijde koor:
"Heil brenge u kanaal en spoor!"''''
De hoop op een herleving van het rijke handelsverleden van Zeeland bleef dus to
ver in de negentiende eeuw springlevend. Het besef bij een gedeelte van de culti
rele elite dat de Zeeuwse economie zich beter op de landbouw en de nijverhei
kon richten had dit droombeeld niet kunnen verdrijven. Ook bij de spoorlij
bleek de hoop echter ijdel. In de jaren zeventig van de negentiende eeuw werd dui
delijk dat de gouden bergen waarop men hoopte, niet waargemaakt konden wor
den. Dit wil niet zeggen dat de spoorwerken geen positieve impuls gaven aan de
Middelburgse economie, maar de opleving van de oude handelswelvaart werd nie
tot stand gebracht. Het besel dat het beeld van de machtige en welvarende koop
stad uit het verleden nooit meer werkelijkheid zou worden, drong nu echt tot de
Middelburgers door. Na honderd jaar hopen leken zij zich de irrationaliteit vai
hun geïdealiseerde beeld te realiseren.70
Het verval als discours
In bovenstaande is het chronologische verloop van het economisch debat in
Middelburg beschreven. Hieronder wordt ingegaan op de gemeenschappelijk'
kenmerken van dit debat tussen 1770 en 1870, zoals de relatie tot het national
debat, de relatie tot de economische werkelijkheid, de geconstateerde achterstanc
ten opzichte van Holland en het gebruik van het vervaldiscours als politiek instru
ment.
Het Zeeuwse economisch debat tussen 1770 en 1870 was geen geïsoleerd ver
schijnsel. De preoccupatie met verval zien we vanaf de achttiende eeuw in de gehe
le Republiek/1 De aandacht voor de landbouw maakte deel uit van een breder pro
ces, dat zich niet beperkte tot Zeeland. - Evenzo was dit het geval met de emanci
patie van de middengroepen en de industriële oriëntatie op de economische ont
wikkeling/1 Er zijn dan ook parallellen te trekken tussen het Zeeuwse en het natio
nale economisch debat. Toch kende het Zeeuwse debat op bepaalde punten eei;
eigen dynamiek. Het karakteristiekste element van het Zeeuwse debat was niet hei
verval in verhouding met het buitenland, maar de geconstateerde neergang ten