100 ECONOMISCH DEBA Zeeuwse debat. De bestuurlijke elite leek niet of nauwelijks belangstelling te tonei voor de bevordering en oprichting van 'fabrieken en trafieken.' Weliswaar sloot d Middelburger Leendert Bomme zich aan bij het (inter)nationale debat over de nij verheid door de oprichting van de Teeken Akademie, maar in de decennia daarn, bleef het desalniettemin een ondergewaardeerde sector van de economie ii Middelburg. Het is in dit verband ook niet toevallig dat het initiatief tot d> oprichting van de Teeken Akademie van buiten de kringen van de regenter kwam.79 Pas vanaf 1840 kreeg Middelburg, door de zich emanciperende burgerij aansluiting bij het internationale debat over de industriële nijverheid. De diversiteit in het beeld van de economische ontwikkeling van Zeeland blijkt ook uit het tijdstip waarop de neergang intrad. Ermerins plaatste het begin van het verval al in het midden van de zeventiende eeuw.SÜ Bij Van de Spiegel was Zeelani tot 1740 echter nog een bloeiend gewest en trad het verval pas in de tweede helh van de achttiende eeuw in. Middelburg onderging volgens hem in de jaren zestu en zeventig van de achttiende eeuw een ontvolking.81 In de eerste decennia van de negentiende eeuw werd de periode voor 1795 juist weer gezien als een welvarend< tijd. In 1832 meldde men over Middelburg dat voor de Bataafse Omwenteling 'alle bronnen van bestaan binnen deze Stad in vollen bloei waren'.82 De koophan del en de zeevaart zouden op het toppunt van hun welvaart hebben gestaan. Voo Pous was 1795 dan ook het begin van het einde.8" Dronkers beweerde daarentegen weer dat met de afscheiding van de Zuidelijke Nederlanden de ellende pas echt was begonnen.84 Het beeld van het Zeeuwse verval was niet eenduidig. Welk beeld men gebruikte was afhankelijk van de economische situatie, het actuele (inter)nationale econo misch debat en de maatschappelijke positie van de persoon die de neergang beschreef. We moeten dus oppassen om dit discours te gebruiken als exacte repre sentatie van de empirische werkelijkheid. Gedetailleerd economisch onderzoek zal moeten uitwijzen hoe het Zeeuwse verval precies in elkaar stak. Besluit De Zeeuwen konden de economische ontwikkelingen in de achttiende en negen tiende eeuw maar moeilijk accepteren. Allen die zich mengden in het economisch debat waren overtuigd van het verval van Zeeland. In hun ogen vormde Zeeland het fundament van de Republiek en was het in de zestiende en zeventiende eeuw een welvarend handelsgewest geweest. In de achttiende eeuw moesten de aange dragen redresmiddelen de ooit bloeiende zeevaart herstellen. In de negentiende eeuw kwamen er echter steeds meer stemmen die de economische stimulering van de provincie over een andere boeg wilden gooien. In de eerste helft van de eeuw probeerden de stedelijke regenten de landbouw te bevorderen en vanaf 1840 pro beerde de burgerij zowel de agrarische sector als de industrie te stimuleren. Welk beeld men had van het verval en welke herstel middelen men aandroeg, was afhan kelijk van de economische omstandigheden, het (internationale economisch debat en iemands sociale positie. Ondanks de ideeën om de landbouw en de industrie een grotere rol te laten spe len in de Zeeuwse economie, bleven de Zeeuwen tot en met de aanleg van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 2006 | | pagina 102